Mild, wild en moedig ouderschap en onderwijs

View Original

Met 2 vijfjarigen in gesprek

door Adinda Cocquyt — 06.04.2021

Onze zoon neemt deel aan een dagkampje met zijn klasvriendje.
Ik haal ze op en tijdens het rijden vraag ik naar hun leukste moment van de dag.

“Het kersenpitkussentje-gooi-spel op het einde van de dag!”, zegt de ene.
“Toen jij ons kwam halen!”, roept de andere.

“Amai, dat moet daar plezant geweest zijn” denk ik bij mezelf.
Ik zeg het niet hardop, want ik wil hen niet beïnvloeden met mijn licht moederlijke bezorgdheid.
Ze tetteren en kwetteren en lijken heel hard op hun gemak.

Ik vraag aan het vriendje hoe het gaat met zijn nieuwe zusje, hoe hij het ervaart, zo’n klein mormeltje erbij in het gezin.
(Hij en zijn oudste zus kregen er een maand geleden een babyzusje bij)
”Oooh, dat is echt zo leuk met haar erbij. Ze is zo lief en zo klein.”
Vol tederheid vertelt hij over het kindje.

Mijn zoon luistert aandachtig en oppert dan met oprechte nieuwsgierigheid: “Ik vraag mij eigenlijk af hoe een mens begint …
Mama, hoe wordt een mens een mens?“

“Wat ben je voor je een baby wordt?”

Ahum. Schraap, die keel.

”Wel, weet je nog die zaadjes die we eens geplant hebben?
En dat daaruit plantjes groeiden? Zo gaat dat eigenlijk ook bij mensen.
Er is een zaadje en een eitje nodig.
Dat zijn 2 cellen. Die smelten samen en worden een hele hoop nieuwe cellen.
Dan groeit dat bolletje cellen uit tot een mensje.”

“Wooooow. Zo coooool.” klinkt het in koor.

Er valt een stilte.
Ik hoop vurig dat ze niet verder vragen.

Tot het vriendje ineens de bedenking maakt: “Zeg, en dat eitje …”

Ik wacht vol spanning op wat komt.

“… is dat dan een paaseitje of een gewoon eitje?”

Met de breedste smile op mijn gezicht antwoord ik dat hij dat zelf mag kiezen.
”Hihi. Dan ben ik uit een paaseitje geboren, denk ik! Want ik hou zo van chocolade.”

Mijn oudste filosofeert verder: “Maar niet alle baby’s worden mensen, hé? Soms gaan ze dood, toch?
Zoals het kleine broertje van Rico, die gestorven is toen hij baby was.”

Nog voor ik een antwoord kan bedenken is het vriendje mij voor:
“Ja, de baby is nu een skeletje onder de grond.” zegt hij.

Ik slik even en besluit het gesprek even een andere wending te geven.

Ik vraag aan mijn zoon: “Weet je nog, ons onderzoekje met de bananenschil?
Je hebt toen de schil aan de rozenstruik gehangen om te zien wat ermee zou gebeuren.”

“Ja!” riep de zoon uit.
“Die bananenschil werd helemaal bruin en klein en plots was er bijna niets meer over en werd de schil gewoon weer natuur.”

“Wel, dat gebeurt eigenlijk ook met ons lichaam als we dood zijn.
Dan worden we weer natuur."

“Dat is eigenlijk wel mooi, hé, mama.”

Ik beaam.
Met een krop in de keel en mijn hart gevuld met de grootste warmte.
💚



Meer lezen?

https://www.adindacocquyt.be/blog/doodgewoon
https://www.adindacocquyt.be/blog/als-we-doodgaan