Coronaweeën
Liefste mens
Misschien voel je je boos,
of angstig
of compleet machteloos.
Ik begrijp je.
Misschien is de energie op,
tollen hoofd en hart
van te veel, te weinig, te hard, te traag.
Ik begrijp je.
Misschien kan je er niet bij
Dat voor jou alles zo
klaar is als een klontje
en voor al die anderen niet.
Ik begrijp je.
Ik begrijp je.
En het grijpt me naar de keel
Die collectieve rouw
Van collectief gedwongen
afscheid.
Van het leven zoals het was.
Van dromen en verlangens.
Van inkomsten. Vooruitzichten.
Van keuze, vrijheid en gezond verstand.
Van onbeperkt omhelzen, de liefsten die je ziet.
En sommigen hadden/hebben ook
de loodzware taak
een liefste af te geven.
Alvast hoe ik het zie
bij het zwaarste wat een mens
ooit bij leven te dragen heeft.
En misschien is dat niet eens het ergste,
maar het ontbreken van ons mens-zijn,
dat wat ons spontaan tot mensen maakt
in al zijn eenvoud, nooit beseft voorheen,
en nog nooit zo diep geraakt:
de hand van de een verstrengeld in een ander,
de armen van de een voorzichtig, krachtig rond de ander,
een traan van de ene voor de andere en omgekeerd
wangen vol zoenen en geuren van weleer
blikken vangen van wederzijdse ‘k-zie-je-graags
het wrijven over huid en haar van vele liefsten bij elkaar.
Zonder na te denken of bang te zijn
voor de dingen die er echt toe doen.
We hebben een spontane vlaag van vasthouden
aan onszelf en aan elkaar vandoen.
zodat zij die moeten,
in samen voelen en samen zijn
toch
dit korte bestaan op aarde
met de schoonste schoonheid
en de zachtste zachtheid
rustig kunnen laten gaan.
Ondanks alles kregen we ook.
De kans om het anders te kunnen zien.
Tijd om in te keren, om te gooien.
Dat roer, die zekerheid, helemaal vastgeroest.
En na zacht te trekken, weg te poetsen
al wat niet meer nodig is
dan vast te mogen stellen
dat ons kompas nog steeds bestaat, en ons geeft
wat altijd was: vertrouwen, wijsheid en ook kracht.
Nieuwe inzichten. Lichtjes in de ogen.
Verbazing over manage-skills, prioriteiten drijven boven.
Flexibel zijn? Oh ja, mijnheer, geen probleem, we doen het zeker.
Niet dat we anders kunnen, maar goed, we gaan nu toch niet preken.
Met wat gemor en innerlijke gekakel, ons aangepast, toch redelijk snel
aan een leven met en zonder masker, onder stolpen, veilig wel.
Of net niet. En heel hard voelen dat dat soort veilig voor de een
niets betekent voor de ander.
Dat ademruimte, echte, en het wegnemen ervan, ons meer dan ooit
naar lucht doet happen, en niet met veiligheid te rijmen valt.
We kregen verse moed en waren solidair.
Van mens tot mens. Van hart tot hart.
Zonder nieuwswaarde, da’s waar.
Dat verkoopt niet en dat scoort niet
Ach, we weten ’t allemaal
Niettegenstaande dat ons staande houdt
is ’t voor d’ overheid precies enkel geld en angst
dat bindt, geen vlijtige menslievendheid.
Te hoge bomen zijn niet te bereiken, leven hun eigen leven maar
en bepalen – gek genoeg – waar de wortels nood
en lak aan hebben. Och, ze hebben geen benul. Echt waar.
We verloren weer.
Een perspectief. En touwtjes in de handen.
Een leven op rolletjes.
Onze zekerheid.
vanzelfsprekendheid.
Onze goesting, geduld en drive.
Ons doorzettingsvermogen.
Onze veerkracht, onze moed.
Ons begrip. Voor elkaar.
Dat vreet.
Dat knaagt.
Dat holt je uit.
Dat roept en tiert en brult
Vanbinnen
Dat geeft je slapeloze
nachten en evengoed ook
macht en kracht om
Rare dingen te gaan denken, doen en zeggen.
Het harde tikken
van de toetsen als getuige
dat enkel woorden niet volstaan
om met diepe angsten om te gaan
Maar misschien is net dat nu heel normaal?
Het doet je met een vinger wijzen
Naar een mens
Een ander mens
Die ook maar flink probeert
Om zich stevig staand te houden
En manieren te bedenken om
op al die vormen van verlies
ook enige betekenis te bouwen
Het doet je zoeken naar duidelijkheid,
naar antwoorden, die er eigenlijk niet zijn.
Of net wel, maar misschien zocht je
iets te ver, had je te weinig goed bereik
Het doet je echt naar binnen kijken
En je diep realiseren dat
Elke expert
Op gelijk welk gebied
Recht van spreken heeft
En ook weer helemaal niet
Omdat we allemaal –
Van sceptisch helderziende
tot verlicht academicus,
en alle disciplines tussenin
Weten
Dat we het eigenlijk
Niet weten.
En daar,
liefste mens,
wordt hoop
geboren en
een nieuw innerlijk
geweten.
22.10.2020