Mild, wild en moedig ouderschap en onderwijs

View Original

Het onderste uit de kan

door Adinda Cocquyt — 15.12.2020

Ons onderwijs onder de loep

Ik heb een groot hart voor onderwijs.
En ik heb er — zoals iedereen, zo lijkt het wel — mijn eigen gedacht over.
Dat staat redelijk haaks op hoe ons kennissysteem onderwijs benadert.
Tegenwoordig draait alles rond de kwaliteit.
Want dat is in het gedrang, zo stelt minister van onderwijs Ben Weyts.

Wat ik lees en hoor in de media verontrust mij eerlijk gezegd wel.
Kort gezegd: het enige waar politici en toplui uit het onderwijs bezorgd om lijken te zijn zijn de cognitieve prestaties die (niet) geleverd worden.
En dat is de schuld van de leerlingen en van hun leerkrachten.

Ik lees:
‘We moeten ambitieuzer zijn.’, ‘We moeten het onderste uit de kan halen’, ‘Het Vlaams onderwijs slaagt er duidelijk niet in om leerlingen uit kansarme milieus prikkels te geven om beter te presteren.’, ‘Geen discussie meer. De lat moet hoger.’, ‘Onze onderwijskwaliteit is in het gedrang.’

De ongerustheid is groot, zo blijkt. Ter verduidelijking: in het persbericht van Ben Weyts op 08/12/20 staat: “In het nieuwe TIMSS-onderzoek (Trends In Mathematics and Science Study) gaan de scores van onze 10-jarigen op 4 jaar tijd significant achteruit.
De scores van onze leerlingen verslechteren zienderogen en internationaal glijden we weg naar de middelmoot.”

De vermaledijde middenmoot

Wauw. De middelmoot. (Ik dacht eerlijk gezegd dat het middeNmoot is, met een n. Middelmoot is dus ook juist, maar veel minder gangbaar. Het bekt niet goed, vind ik.)

De middenmoot, dus. Dat woord alleen al. In deze context drukt het een soort van teleurstelling uit. Gewoonheid. Alledaagsheid. Saaiheid. Niet kwalitatief. Minderwaardig, dus niet om trots op te zijn.
Bijgevolg moeten we ons beschaamd voelen.

Schaamte (en schuld) is een gevoel dat inherent verbonden is aan onze westerse cultuur, generaties geleden stevig ingelepeld via het katholicisme. Schaamte zorgt ervoor dat we onszelf belagen met innerlijke kritische stemmen die ons neerhalen.
Met als niet mis te verstane boodschap die tot in onze diepste vezels doordringt: we zijn niet goed genoeg.
Interessant om het werk van dr. Brené Brown er eens bij te nemen.
Verplichte kost voor de eindtermen, wat mij betreft.

Kwaliteitsvol?

Wat maakt onderwijs kwaliteitsvol?
Er bestaan verschillende manieren om daarnaar te kijken.
De cognitieve component is er maar één van. Voor veel kinderen en jongeren (en leraren) dekt deze eenzijdige benadering de lading niet. Wat met beleving? Ervaring? Leren door praktijk, spel, beweging, kunst(en)?
Is evaluatie altijd een voorwaarde om te leren? Bewijst een goeie score op een toets dat je iets 'meester' bent?
En omgekeerd: betekent een slechte score dat je iets niét kan?

Waar halen wij toch het zotte idee vandaan dat kwaliteit enkel toegeschreven wordt aan de resultaten van cognitieve testen? Waarom is IQ zoveel belangrijker dan EQ?

Ik begrijp de visie dat je in ons schoolsysteem geen woordenschat kan bijleren als je niet systematisch woordjes studeert en herhaalt, dat je geen wiskundige vraagstukken kan oplossen als je geen definities en regels blokt, geen inzicht kan hebben in toepassingen in de chemie of de fysica als je niet begrijpt waarover het gaat, dat je geen analyses kan maken als je de theorie niet eerst (be)studeert ...
Ik ben het er helemaal mee eens, vanuit het cognitieve oogpunt bekeken.

Als via die onderzoeken (PISA - TIMMS) blijkt dat op dat punt de kennis en de vaardigheden veel minder aanwezig zijn bij leerlingen in vergelijking met vroeger, dan zegt dat voor mij gewoon ook maar dát: kinderen en jongeren van vandaag beschikken blijkbaar over minder cognitieve kennis en vaardigheden.

Voor mij zegt dat niets over de kwaliteit van ons onderwijs.

Het zegt niets over de inzet van leerlingen én leerkrachten, over de ontelbare uren werk, over hun bevlogenheid, hun flexibiliteit om steeds opnieuw zichzelf heruit te vinden, nieuwe manieren te zoeken om zoveel mogelijk leerlingen te betrekken en mee te krijgen. Het zegt niets over de redenen waaróm leerlingen minder scoren op de testen.

Als die toetsresultaten natuurlijk het énige criterium zijn op basis waarvan de kwaliteit van ons onderwijs gemeten wordt, dan is er natuurlijk een probleem.

Tijd voor verandering

”We moeten de lat dringend hoger leggen, met een taalscreening in de kleuterklas, met Vlaanderenbrede proeven en met aangescherpte eindtermen”, aldus Ben Weyts.

De lat hoger leggen. Raising the bar. Het conservatieve denken. Als je maar hard genoeg werkt.
Als je maar over je grenzen gaat en jezelf tot het uiterste drijft. Als je maar bewijst wat je waard bent.
Nu, er is niets mis met jezelf uitdagen. Integendeel. Maar als je die keuze niet zelf maakt en die hogere lat wordt je opgelegd, dan heeft dat gevolgen voor je verdere schoolcarrière en dus ook voor je latere beroepsleven.

Vlaanderenbrede proeven. Een nieuw woord, zowaar. Het klinkt wat ongemakkelijk. Een beetje voos ook. Het ruikt stevig naar eenheidsworst. Teaching to the test. Prestigekwesties. Kansenverarming i.p.v. kansenverrijking. Wie niet mee kan, valt af. Sorry!

Waar zijn we in godsnaam toch zo bang voor?

Met een repressieve aanpak komen aandraven gaat niet over leren of over kwaliteit. Het gaat over controle, over macht.
Als je koppig door diezelfde nauwe oogkleppen blijft turen, dan begrijp ik uiteraard dat de lat hoger leggen de enige remedie lijkt.
Laat ze maar eens flink in het gareel lopen ...

Misschien is het wel tijd om van een vaste mindset naar een groeimindset te evolueren.

Het kan echt anders

Zoals Albert Einstein ooit zei: "We can’t solve our problems with the same kind of thinking we used when we created them."

Onderwijs is zoveel meer dan leerstof in de kopjes drammen, reproduceren, theorieën toepassen en tonen dat je ‘goed’ kan scoren op een test. Feitenkennis is een déél van ons onderwijs, het is geen voorwaarde voor kwaliteit of een middel om hogere standaarden te bereiken.
Ik geloof er heel hard in dat ons onderwijssysteem tot het beste van de wereld behoort, hoewel die ranking mij niets kan schelen.
We hebben een groot aanbod, met veel mogelijkheden, veel kansen. Voor elk wat wils. En toch schort er iets.
Ik durf te zeggen dat het niet aan de dalende cognitieve prestaties ligt. Dat zijn eerder symptomen, geen probleem op zich.
Het tóónt iets.

De tijden zijn veranderd.

Pas het onderwijs daar dan ook aan aan.

—Er is de constante stroom aan digitale informatie en verwerking. Dat zorgt op zich al voor een veel grotere toevloed aan prikkels die kunnen zorgen voor stress en overspanning, al dan niet met daarbij horende gedragsmoeilijkheden.
—Smartschool en/of andere platformen zijn 24/7 te raadplegen: de grens tussen school- en thuistijd is zeer dun geworden, zeker nu in coronatijd. Op die manier kunnen leerlingen/studenten én lesgevers moeilijk nog een mentaal onderscheid maken tussen ‘werken’ en ‘rust’, alsof de play-button non-stop aan staat.
— Kinderen hebben allemaal hun eigen leernoden en basisbehoeftes, ze hebben verschillende leerstijlen en verwerkingsmethoden.
— Lesgevers hebben ook elk hun unieke onderwijsstijl met aparte energielevels, noden en verwachtingen, wensen en verlangens. Zij worden vaak bedolven onder - laat ons eerlijk zijn: soms nutteloze - taken die niet tot hun kernpakket behoren. Leerkrachten willen eerst en vooral lesgeven, kinderen en jongeren enthousiasmeren, hen hun eigen leer-kracht laten ontdekken, hen prikkelen om de wijsheid die al in hen zit naar buiten te laten komen.

Hoewel veel scholen inspanningen doen om het anders te doen, is ons onderwijssysteem - en de waardering ervan - helaas nog steeds te veel gericht op wat ik noem: zittend absorberen en iedereen gelijk evalueren via uniforme testen waarvan je de resultaten het liefst van al kan bewijzen op papier.
Of die resultaten écht kennis en vaardigheden tonen lijkt mij nog maar de vraag.

Ik ben niet tegen evaluatie, verre van zelfs.

Alleen ben ik ervan overtuigd dat je ‘evaluatie’ op zich in vraag moet durven stellen.
Wát wil je er exact mee bereiken? Wat wil je precies meten?
Waarom niet meer inzetten op procesevaluatie, op zelfevaluatie?
Dat lijkt voorlopig eerder iets schoons op papier, terwijl het net zoveel leermogelijkheden met zich meebrengt.

Neen, jongens, wat écht telt zijn ‘de punten’.

Waarom gaan we er toch steeds van uit dat jongeren misbruik zullen maken van het feit dat ze betrokken worden bij hun eigen leerproces, bij hun eigen evaluatie?
Waarom denken we dat kinderen zich eerst slechter moeten voelen om het beter te doen?

Ik las eens: kinderen kunnen maar gelijke kansen krijgen als het onderwijs ongelijk is.
Ik geloof dat dat waar is.
Net omdát ze verschillende talenten, leertempo en zorgvragen hebben. Idem voor de leerkrachten.

Ik had ooit eens een leerling in de klas die constant aan het tekenen was tijdens de les.
Een jonge gast met ADHD, kon nogal druk zijn. Door sommige collega’s werd hij op het matje geroepen omdat hij niet ‘oplette’.
Ik had gezien dat die jongen daar behoefte aan had om te kunnen functioneren in de klas.
Hij was een kinesthetische leerder, wat betekent dat hij het nodig heeft om te bewegen als hij iets wil leren.
Ik betrok de klas erbij en we maakten samen afspraken. De jongen nam op wat ik vertelde, net door te mogen en te kunnen tekenen tijdens de les. Hij haalde mooie resultaten. En maakte schitterende tekeningen.

”Ja maar ja, je kan dat toch niet voor iedereen toestaan, hé?” was dan de bezorgdheid van sommige collega’s.

Ik zou de vraag anders durven stellen: hoe kan je ervoor zorgen dat iedereen op zijn best kan leren?
Het gaat erom dat je kan en wíl zien wat iemand nodig heeft om te kúnnen leren en studeren. In de mate van het mogelijke natuurlijk.
En dat is nu net waar het schoentje wringt.
Want, hoe kan je nu zoveel verschillende leertypes in één en dezelfde leermal gieten?
Per leeftijd in klassen van om en bij de 25 leerlingen, elk aan een tafeltje, 8 uur per dag, zittend absorberen dus, en steeds opnieuw: gemeten, vergeleken en gecontroleerd worden.

Dat is vragen om problemen.

En toch, het kan echt anders. Ik ben hierin heel hoopvol.
Er zijn scholen die het al anders doen, die het anders aanpakken, vanuit een ander beleid, een andere visie.

  • Scholen die dúrven oog hebben voor de basisbehoeften van een kind (en van iedere volwassene): erbij horen en van betekenis zijn.

  • Scholen die het opbouwen van een vertrouwensband en het individuele leerproces belangrijker vinden dat de resultaten die moeten gehaald worden

  • die inzetten op bemoediging i.p.v. werken met straffen en/of belonen

  • die aandacht besteden aan duidelijke en waarderende communicatie en op (echte) samenwerking.

  • die welbevinden geen hol woord vinden en dat eigenlijk als voorwaarde zien om te kúnnen leren.

  • Scholen die aan langetermijneducatie doen, die kritisch leren denken niet als een bedreiging zien, die álle vormen en niveaus van leren in de armen sluiten én er met respect over spreken: of je nu leert met je handen of met je hoofd, via beweging of via beelden, liefst alleen of toch in groep, in de stilte of met veel animo, ervaringsgericht of resultaatsgericht, theorie of praktijk, gericht op een specialisatie in een bepaalde discipline of een brede opleiding, of je nu speciaal onderwijs op maat geniet, of thuisonderwijs krijgt, of je deeltijds een leercontract hebt of voltijds school loopt, of je in U-vorm zit of aan eilandjes of elk apart aan een tafeltje, of je les krijgt in een magazijn, een garage of een atelier, of je nu houdt van zuivere abstractie of (h)eerlijke expressie via muziek en/of kunst …

Kortom, er zijn scholen die geloven dat een warme welkom - ongeacht wie je bent of wat je achtergrond is - enorm kan bijdragen aan de intrinsieke motivatie om te leren. En dat je op dié manier goede resultaten kan bereiken.

(Voor diegenen die nu een kleine allergische reactie krijgen: merk het op, laat het zijn. Het gaat heus niet over kinderen ‘bepamperen’ of naar hun pijpen dansen.)

Uitpersen, die handel!

Klaarblijkelijk moeten we dus “het onderste uit de kan halen”.

Wat betekent dat eigenlijk? Alles eruit persen wat erin zit?
Hmmm. Is dat écht wat we willen?
De laatste druppel energie, motivatie, wilskracht, nieuwsgierigheid, leerplezier ... uit onze kinderen en leerkrachten persen?

Als ik even het perfectionistische puntje op de i mag zetten: het onderste uit de kan halen is een contaminatie, een verhaspeling van ‘het onderste uit de kan willen hebben’ (alles willen hebben) en ‘alles uit de kast halen’ (grote inspanningen leveren).

Ik gok erop dat onze beleidsmakers het laatste bedoelen.
Ze vinden dat kinderen en jongeren én hun leerkrachten nog niet genoeg inspanningen leveren, nog niet genoeg hun best doen. En eigenlijk bedoelen ze voor zichzelf dat zij het onderste uit de kan willen hebben: alles.
De beste van de klas zijn. De primus. De eerste. De beste. De flinkerds. Diegene op wie je trots kan zijn.

Al de rest is een blaam voor de natie.

Wel, ik denk dat veel leraren niet ver van dat uitgeperste gevoel zitten.
Gooi er nog maar wat schuldgevoel en wat vernederende ‘klap’ bovenop, pest ze nog maar met extra controles.
Ze zullen ons onderwijs toch wel recht houden.
En weet je waarom? Omdat ze potverdorie helden zijn.

Ach, het is zo gemakkelijk om de schuld voor de dalende prestaties op onze kinderen, jongeren, leerkrachten of ouders te steken. We gaan vooral zelf de verantwoordelijkheid niet opnemen, we geven een ander wel de schuld.
De plaat blijft hangen. *zucht*
Die eindeloze riedel begint eerlijk gezegd wat te vervelen.

Hoe zou het zijn om eens te vragen aan leerkrachten of ze het nog ‘trekken’ in deze bijzonder uitdagende tijden?
Eens polsen hoe het met hen gaat?
Op welke manier ze ondersteund willen worden door het kabinet onderwijs?

Die vragen stellen lijkt mij in elk geval veel respectvoller dan een covid-inspectie uit te sturen en de leerkrachten onnodig extra stress te bezorgen door hen - alweer - met een portie administratie op te zadelen zodat ze kunnen bewijzen dat ze alles uit de kast hebben gehaald om hun kinderen en jongeren te bereiken en hen ‘van leerstof te voorzien’.
(ik verzin dit niet)

Breed leren

Het is tijd. Om er een lading onderzoeken bij te halen die breed leren onder de loep nemen.
Die stellen dat (schools) leren bijvoorbeeld niet lukt als je je niet goed in je vel voelt.
Onderzoeken die bevestigen dat het systematisch houden van klasoverleg; de nadruk leggen op waarderend communiceren; participeren in besluitvorming; het delen van verantwoordelijkheden, keuzevrijheid etc. automatisch leidt tot meer betrokkenheid, meer intrinsieke motivatie, minder pesten, meer burgerzin, meer goesting om te leren, minder schooluitval.

Dat (schools) leren niet lukt als je een constant gevoel van stress ervaart door je gezinssituatie, financiële zorgen, taalbarrières, een té grote druk om vanalles te moeten, om mee te kunnen, om erbij te horen, om het gevoel te krijgen de moeite waard te zijn.

Dat leren niet lukt als je van alle kanten gedwongen wordt, als je je niet welkom voelt, als je tegengewerkt wordt, als je ronduit gepest wordt met eindeloze rijen regels en regels en regels.

Tot je zo moe wordt dat je het opgeeft.
En dan de stempel krijgt: “Zie je wel! Je wíl gewoon niet … (studeren, de moeite doen, luisteren, integreren. Vul zelf maar in).”

Ik hoef niet meer te wijzen op het feit dat de wachtrij voor psychologische hulp voor jongeren nog steeds oploopt?

Het is tijd.

Om de muren van de ivoren toren te slopen.
Mijn boodschap voor de bewoners ervan: trek je blikveld open.
Kom uit uw kot en bekijk het eens van een andere kant.

  • Heb vertrouwen.
    In de kunde van de leerkrachten en ander schoolpersoneel.
    In de wijsheid van de kinderen en jongeren die school lopen.
    Geef hen de kans om te tonen wat in hen zit.

  • Doe zoals de kinderen en jongeren van vandaag: doe wat je kan en wees verdomde moedig.
    Want dat zijn ze. Zeker nu.

  • Durf te vragen aan onze leerlingen, studenten, cursisten:
    Wat betekent kwaliteitsvol onderwijs voor jou?
    Wat vind jij belangrijk om te leren?
    Van wié wil je het leren?
    Hoé wil je leren?
    Wat mis jij in het huidige systeem?
    Wat vind je overbodig?
    Wat vind je interessant? Bruikbaar? Nuttig? Leerzaam?
    En wat helemaal niet?

  • Nodig leercoaches, zorgcoördinatoren, docenten, zorgleerkrachten, CLB-medewerkers, praktijkleraren, directies, stagebegeleiders, orthopedagogen, logopedisten en ander schoolpersoneel uit, van alle netten, alle strekkingen, alle vakken.
    En stel hen dezelfde vragen.
    Maak het zo divers mogelijk, want dat is simpelweg wat onze maatschappij is: heel divers.
    En dan heb ik het nog niet eens over de verschillende nationaliteiten die ons land rijk zijn.
    Wie díe realiteit niet onder ogen wil zien, houdt moedwillig de ogen gesloten voor een warmere samenleving.

Ik hoop op gedegen en waarderend onderwijs, met oog voor kennis. Absoluut.
En evengoed met oog voor kunst.
Én sociaal-emotioneel leren.
Én praktijkgestuurd leren.
Én autonomie en vrijheid voor elke school.
Én versterking van talenten en eigen leer-kracht.
Op gelijk welke manier. In gelijk welke leersituatie.
Dat is waar onderwijs voor mij om draait.

Back to (our) nature, wat mij betreft.
Hier, een filmpje dat het voor mij helemaal illustreert.

“Bij leren gaat het er niet om dat je de beste bent. Het gaat erom dat je telkens een beetje groeit en daardoor een beetje beter wordt dan je daarvoor was.
Het gaat dan dus ook niet zozeer om hoe slim je bent, maar vooral om hoe je slim bent. Want wie weet hoe hij iets leert, komt een stuk verder dan degene die zich alleen maar focust op het resultaat.”

— Platform Mindset

“But what we can do, and what we are ethically called to do as teachers, is create a space in our schools and classrooms where all students can walk in and, for that day or hour, take off the crushing weight of their armor, hang it on a rack, and open their heart to truly being seen.”

— Brené Brown