Mild, wild en moedig ouderschap en onderwijs

View Original

Hoe help je iemand die kampt met angst-en/of paniekaanvallen?

Door Adinda Cocquyt — 08/10/2021

Overspoeld

De mate waarin je in staat bent om met je emoties om te gaan, bepaalt je welzijn.
Het is daarom heel waardevol en zelfs nodig om iets van emoties te begrijpen.
Met aangename emoties hebben we doorgaans geen probleem.
Dan voelt ons systeem zich veilig: we kunnen ontspannen en we voelen ons tevreden.
We staan open en zijn we nieuwsgierig naar de wereld rondom ons.

Het is een veel grotere uitdaging om om te gaan met emoties die we niet gewoon zijn, die heel moeilijk en lastig aanvoelen, die ons in paniek doen slaan. Bij de emotie angst is het zo dat ons systeem dan onveiligheid of gevaar ervaart.
Daardoor maakt het lichaam zich klaar om te vechten, te vluchten of te bevriezen: we bijten van ons af, we maken dat we wegkomen of we sluiten ons af en keren naar binnen.
Dan zijn we niet ontvankelijk voor een evenwichtige interactie of communicatie met anderen.

Angst is een heel complexe emotie en kan zich tonen op verschillende manieren, in allerlei uiteenlopende gedragingen.

Er is een onderscheid tussen mentale en fysieke angst.

Mentale angst = je zorgen maken, piekeren. Dat zijn gedachten. Die zijn enigszins aan te passen, want je kan ervoor kiezen om je belemmerende gedachten om te buigen naar helpende gedachten. Mantra’s of affirmaties kunnen hierbij een hulp zijn.

Fysiek angst = fysiologische stressreacties in het lichaam. Daar heb je bij wijze van spreken geen invloed op. Dat overkomt je, dat overvalt je.

Iemand die last heeft van angstaanvallen ervaart dus serieuze fysieke ongemakken als gevolg van onbewuste stressreacties van het lichaam die door het zenuwstelsel in gang zijn gezet als respons op een door het brein gepercipieerde onveiligheid.
Het angstgevoel kan dan enorm versterkt worden door angstgedachten waardoor een angstaanval tot een paniekaanval kan leiden.

Ongemakken kunnen zijn: knoop in de maag of steen in de buik, klemmende kaken, benauw(en)d gevoel in de borst, racend hart, hogere en snellere ademhaling (wat soms tot (chronische) hyperventilatie leidt), zwaar gemoed, lichtheid of sufheid in het hoofd, duizeligheid, zweten, trillen, tintelingen in ledematen, gevoel van verlamd zijn, misselijkheid, vermoeidheid …

Stressreacties: afgifte van adrenaline en cortisol in het bloed, hogere bloeddruk, snellere hartslag, bloedvaten verwijden, spieren spannen op, pupillen verwijden, soms ook een bloeddrukval door verminderd CO2-gehalte in het bloed, spijsvertering wordt stilgelegd …

Een beetje breinwetenschap

Om te begrijpen hoe emoties en stressreacties van invloed zijn op ons dagelijks functioneren is het nuttig - en volgens mij noodzakelijk - om iets over de werking van ons brein te kennen.
Eenvoudig gesteld bestaat ons brein uit drie grote gebieden die elk afzonderlijk kunnen opereren én behoedzaam met elkaar kunnen samenwerken.

  1. de hersenstam = het primitieve brein = het reptielenbrein: regelt het voortbestaan van het individu en van de soort

    • automatische, autonome functies zoals ademhaling, hartslag, bloedsomloop, spijsvertering, temperatuurregeling, hormoonregulatie

    • overlevingsinstincten: honger-, dorst- en slaapgevoel en stressreacties: vechten, vluchten, bevriezen

    • seksueel gedrag: voortplanting

  2. het limbisch systeem = het emotionele brein = het zoogdierenbrein:

    • gevoelens en emoties

    • affectie, empathie, motivatie en sociaal gedrag

    • ervaringen, belevingen onthouden

    • gehechtheid

  3. de neocortex = denkend brein = het menselijk brein

    • logisch nadenken, kennis opslaan, verbanden leggen, redeneren, betekenisgeving, moraliteit, risico’s inschatten

    • leervermogen, doelen stellen, plannen, organiseren, probleemoplossend vermogen, focus

    • impulscontrole, redelijk zijn, emotieregulatie, zelfbewustzijn van gedachten en gevoelens

Iemand met angstproblemen heeft een kleine window of tolerance* en is zeer snel overprikkeld. Hij/zij kan enorm veel schaamte voelen en overspoeld worden door andere heftige emoties waarover hij/zij geen controle lijkt te hebben: frustratie, kwaadheid, diepe pijn, moedeloosheid, hulpeloosheid, schuldgevoelens …
Daardoor kan hij/zij ineens agressief overkomen, of in de war, of zeer dramatisch. Of hij/zij is emotioneel net niet bereikbaar, alsof je niet tot hem/haar kan doordringen.

Als de persoon overweldigd is door heftige emoties, dan is zijn/haar gedrag dus niet rationeel.
M.a.w. hij/zij heeft geen toegang tot zijn/haar denkend brein en reageert puur vanuit het reptielenbrein (stressreacties) en het zoogdierenbrein (emoties). Die persoon heeft het lastig, voert een hevige strijd binnenin en wil niets liever dan zich veilig voelen en ‘normaal doen’.

Benader zijn/haar gedrag dan ook niet rationeel, maar met liefdevolle compassie, zodat de persoon kan ‘zakken’ en weer redelijk kan zijn.
Ga dus niet om uitleg vragen, preken, goede raad geven, beredeneren, vragen om logisch na te denken …
Dat gooit alleen maar olie op het vuur.
Op dat moment is er namelijk geen toegang tot de prefrontale cortex van het denkend brein, de verbinding is verbroken.

Hoe krijg je het voor elkaar dat iemand weer rustig wordt?

Door het proces van coregulatie.
Jouw kalme, begripvolle, niet-veroordelende en liefdevolle aanwezigheid zorgt ervoor dat de persoon voor je langzamerhand zichzelf tot rust kan brengen en zich veilig kan voelen waardoor hij/zij weer toegang krijgt tot het rationele gedeelte van het brein .
Zo kan er weer op een rustige, ‘normale’ manier interactie gebeuren.

*window of tolerance:
De ‘tolerantievenster’ werd oorspronkelijk beschreven door Dr. Dan Siegel als de optimale zone van ‘arousal’ (=prikkeling of stressniveau) waarin een persoon het meest effectief kan functioneren en in staat is om zonder al te veel moeite om te gaan met dagelijkse stress. Je voelt je gebalanceerd, kalm, alert, veilig, gegrond, aanwezig. Je hebt controle over jezelf, je bent in staat om jezelf tot rust te brengen als dat nodig is.

Het is geen kwestie van niet willen

Hoe meer ik mij in de materie van (ontwikkelings)trauma en neurobiologie verdiep, hoe meer ik besef dat alles wat wij doen en laten een gevolg is van keuzes die gestuurd worden door onze oerinstincten, door het wegduwen van onze authentieke impulsen en door onbewuste overtuigingen als gevolg van bepaalde situaties die we ooit als kind als onveilig hebben ervaren.
En dat onze acties dus niet alleen door onze gedachten of door ons denkend brein bepaald worden, iets waar in de reguliere (geestelijke) gezondheidszorg of hulpverlening zo vaak wordt op aangestuurd.

“Ge moet gewoon wat positiever denken.” slaat dus op niets bij angst- of paniekaanvallen, want de prefrontale cortex - het rationeel deel van ons brein - heeft daar geen bal aan te zeggen.
Je volledige zenuwstelsel verkeert in zo’n aanval in onveilige modus.
Je systeem probeert je te beschermen tegen een gepercipieerde dreiging via de stressreacties vechten, vluchten of bevriezen. Daar komt geen logisch denken, redeneren of redelijkheid aan te pas.

Ook al wéét je dat je angst irrationeel is, je lichaam ervaart het tegenovergestelde.
Je kan dus niet begrijpen of uitleggen waarom je lichaam zo doet.
Het heeft dus ook geen zin en het is zelfs schadelijk als je iemand die met angstaanvallen te kampen heeft wil ‘helpen’ met goede raad of wil proberen beredeneren dat hij/zij toch niet bang hoeft te zijn.
Daarmee duw je die persoon nog dieper in isolatie omdat het zijn/haar perceptie van onveiligheid alleen maar bevestigt en versterkt.

Je zegt toch ook niet tegen iemand met tics of met epilepsieaanvallen of met reumapijn dat hij beter zijn best moet doen om die te vermijden?
Waarom niet? Omdat het neurologische reacties zijn.
Angst-en paniekaanvallen zijn dat ook.
Traumareacties zijn dat ook.

Dus. Wat kan je doen?

  • Met een open en nieuwsgierige blik vragen wat je kan doen om te helpen.
    Als het antwoord “Niets.” is, neem daar dan vrede mee. Dring jezelf niet op.
    Als het antwoord “Ik weet het niet.” is, vraag dan verder.

  • Vraag of je eens op bezoek mag komen, of je een kom eten mag komen brengen, of je hem/haar eens mag komen halen voor een fietstochtje, een wandeling in het bos of een plek waar hij/zij zich veilig voelt …

  • Vraag of afstand nu de betere optie is. Als dat zo is, heb daar respect voor en houd dan ook effectief afstand.

  • Laat ruimte en stilte, zodat de persoon op zijn/haar positieven kan komen. Probeer niet alles vol te babbelen.

  • Als je bezorgd bent en je voelt dat de persoon jou wegduwt, dan betekent dat dat jij op dat moment geen veiligheid uitstraalt. Dat hoeft niet te betekenen dat jij als persoon onveilig bent.
    Het wordt wel zo gepercipieerd door het zenuwstelsel van de persoon met angstproblemen.
    Respecteer dat.
    Vraag of het oké is dat je bv. over 2 dagen, over 5 dagen, over een week … terug contact opneemt.
    Of vraag of je contact mag opnemen met iemand die dicht staat bij de persoon met angst/paniekproblemen.

  • Neem wat er gezegd of gedaan wordt niet persoonlijk, het gaat immers niet over jou.

  • Stel geen verwachtingen, wees niet in je gat gebeten als de persoon keuzes maakt die jou niet zinnen.
    Hij/zij doet dat om zichzelf (en jou) te beschermen.
    Eis geen verantwoording of uitleg.

  • Vraag of je een knuffel mag geven, zeg dat je niet weet wat je moet zeggen, stuur een emoji, blijf tekens geven dat je de persoon graag ziet, ondanks deze storm waar hij/zij nu door gaat en ondanks je eigen gevoel van ontoereikendheid of hulpeloosheid of moedeloosheid.

  • Als je spreekt met iemand die met angst/paniekaanvallen kampt, zeg dan minder dan hij/zij.
    Luister. Zwijg wat meer.
    Wees aanwezig zonder oordeel, zonder goede raad te geven, zonder toxische positiviteit uit te sturen, zonder je te moeien, zonder extra schuld-of schaamtegevoel toe te voegen, zonder het probleem te willen oplossen …
    Dus uitspraken als de volgende: ditch ‘m!
    * “Ge moet toch zien dat ge …”
    * “Ge moet toch verstaan dat het voor ons ook niet makkelijk is”
    * “Is ‘t niet beter om …?”
    * “Probeer het toch van de positieve kant te bekijken.”
    * “Hebt ge al … geprobeerd?”
    * “Misschien moet ge toch eens bellen met … want hij/zij is ongerust, ze.”

  • Laat van je horen. Blijf berichtjes sturen of bellen.
    Iemand die door een moeilijke periode gaat kan zich eenzaam voelen.
    Het ontbreekt hem/haar aan energie of moed om zélf contact op te nemen.
    Schaamte en angst om jou ‘lastig te vallen’ kunnen serieuze dwarsliggers zijn.
    Berichtjes als “Ik denk aan je.”, “Dikke knuffel”, “Een bommetje liefde!'“, “Ik ben bij jou in gedachten.” of emoji’s sturen laten weten dat je aan hem/haar denkt.

  • Wees zacht en mild. Voor jouw partner/vriend(in)/familielid met angstproblemen én voor jezelf.

Oefening

Ga eens na bij jezelf:
- In welke omstandigheden reageer jij vanuit je stressreacties en/of je emotionele brein?
- Gebeurt dat vaak?
- Ben jij iemand die meteen reageert of eerder afwachtend luistert?
- Hoe gedraag jij je op sociale media?
- Neem je wat gezegd of gedaan wordt vaak persoonlijk?
- Kan je makkelijk om met kritiek? Waarom wel/waarom niet?
- Waar en hoe voel jij onrust in je lichaam?
- Wat helpt jou om terug kalm te worden?


Wil je mijn gedacht horen over traumageïnformeerd leven en werken met en zonder kinderen?
Schrijf je in op mijn nieuwsbrief!


📷 foto thumbnail: Kira Schwarz via Pexels
📷 foto 3 breinen: https://openbewustzijn.nl/breinstrategieen/
📷 foto infographic: banana tree log
📷 foto telefoonverbinding: screenshot uit serie The Crown
📄 tekst: Adinda Cocquyt
💌 nieuwsbrief ontvangen? Klik hier.
🤗 Zeer welgekomen in mijn besloten FB-groep Ouderschouders.
👉🏻Volg en like mijn pagina de volgende 1000 dagen.