“Ik werd als kind gestraft, maar ik heb daar niets aan overgehouden.”
door Adinda Cocquyt — 06/05/2021
Er wordt dezer dagen stevig gedebatteerd om de pedagogische tik te verbieden in België.
Eén Kamerlid zorgde voor commotie door felle kritiek te geven op dit wetsvoorstel. Over de kritiek ga ik het niet hebben.
Ik pikte er een citaat uit dat mijn aandacht trok, waarop ik deze tekst volledig op heb gebaseerd.
Theo Francken zegt in dit artikel:
“Ik heb flink wat pedagogische tikken en oortrekken gehad, en vaak meer dan terecht. Er is alvast niets van blijven hangen.”
7 jaar geleden dacht ik er ook zo over.
En zoals dat gaat in het leven: een mens kan al eens van gedacht veranderen! 😉
Ik leg graag uit waarom mijn visie hierop compleet veranderd is a.d.h.v. een tekst van Jane Nelsen en voer je graag mee in de wondere wereld van Positive Discipline.
Onderstaande tekst (cursief gedrukt) is mijn vertaling van een uittreksel uit Parents Who Love Too Much, door Jane Nelsen and Cheryl Erwin (p. 147-150) en uit Positive Discipline for Working Parents door Jane Nelsen and Lisa Larson (p. 85-89).
“I was punished, and I turned out just fine”
of in het Nederlands: “Ik werd gestraft, maar ik ben toch goed terechtgekomen.”
”Hoe goed is ‘goed’? Dat is heel relatief. Ja, met de meesten van ons kwam het relatief goed. We kunnen zelfs vaak lachen om bepaalde straffen die we vroeger als kind kregen — en zelfs zeggen dat het verdiend was.
Maar stel nu dat we de kans kregen om te leren van onze fouten i.p.v. er boete voor te moeten doen, is het dan mogelijk dat we ons als volwassene misschien net iets beter voelen dan gewoon ‘goed’ of ‘ik heb er toch niets aan overgehouden.’?
Straf is ontworpen om kinderen te laten boeten voor hun fouten. Discipline is erop gericht om kinderen te helpen te leren van hun fouten in een sfeer van bemoediging en steun. In het volgende verhaal werd Stan geleid door een proces dat hem het verschil tussen straffende en niet-straffende (positieve) discipline hielp begrijpen.
Stan vertelde zijn oudergroep over die keer dat hij als 11-jarige had gespiekt op een test. Hij zei: “Ik was zo dom om sommige antwoorden op mijn handpalm te schrijven. De leerkracht had gezien dat ik mijn vuist opende om een antwoord te vinden. Ze pakte mijn test af en scheurde het voor de ogen van al mijn klasgenoten. Ik werd gebuisd voor de test en werd en plein public een bedrieger genoemd. De leerkracht lichtte mijn ouders in en mijn vader gaf me een pak slaag en een maand huisarrest. “Ik heb nooit meer vals gespeeld, en ik verdiende zeker een onvoldoende.”
De groepsbegeleider hielp Stan deze ervaring te onderzoeken zodat iedereen in de groep de kans kreeg om te ontdekken of er een productiever en efficiëntere manier bestaat om met deze situatie om te gaan.
Begeleider: Gaat iedereen akkoord met het feit dat Stan gebuisd werd?
Groep: Ja.
Begeleider: Zou die buis genoeg zijn om hem de gevolgen van zijn keuzes te leren? Of had hij daarbij ook de straf nodig?
Groep: Hmmmmm.
Begeleider: Wat denk jij, Stan? Hoe voelde jij je nadat je gebuisd werd door spieken?
Stan: Ik voelde mij schuldig en heel erg beschaamd.
Begeleider: Wat besloot je daaruit?
Stan: Dat ik het nooit meer zou doen.
Begeleider: Als we dit horen, dan kunnen we denken: “Ah, zie je wel, het werkt!” Maar laat ons even verder onderzoeken en kijken of dat wat werkte op dat moment eventuele schadelijke langetermijnresultaten kon opleveren. Stan, wat besloot je nadat je geslagen werd (straf)?
Stan: Dat ik een teleurstelling was voor mijn ouders. Ik heb nog steeds heel veel angst om hen teleur te stellen. Door hier nu over na te denken realiseer ik mij hoe erg ik in angst en zelftwijfel leef.
Begeleider: Dus hoe heeft de straf jou geholpen?
Stan: Wel, ik had al besloten dat ik nooit meer zou spieken. Het schuldgevoel en de schaamte van het betrapt zijn voor de ogen van de hele klas was genoeg om mij die les te leren. Eigenlijk is mijn bezorgdheid en angst voor het teleurstellen van mijn ouders een voortdurende zware last om te dragen.
Begeleider: Mocht je nu een toverstokje hebben en het script van die gebeurtenis kunnen veranderen, hoe zou je het dan veranderen? Hoe zou je veranderen wat iedereen zei of deed?
Stan: Wel, ik zou niet spieken.
Begeleider: En daarna?
Stan: Ik weet het niet.
Begeleider: Wie heeft er ideeën? Het is doorgaans makkelijker om mogelijkheden te zien als je niet emotioneel betrokken bent. Wat hadden de leerkracht en de ouders van Stan kunnen zeggen en doen om te tonen dat er ook vriendelijke en vastberaden manieren van (zelf)discipline bestaan die zowel op korte als op lange termijn effectief zijn?
Groepslid (Sylvia): Ik ben een leerkracht en ik leer enorm veel van deze situatie. De leerkracht zou Stan even apart kunnen hebben genomen en hem gevraagd hebben wat maakte dat hij spiekte i.p.v. hem belachelijk te maken voor de hele klas.
Begeleider: Stan, wat zou je daarop geantwoord hebben?
Stan: Dat ik wilde slagen voor de test.
Sylvia: Dan zou ik zijn wens om te slagen kunnen begrijpen en hem vragen hoe hij zich voelde over het spieken als een manier om dat te bereiken.
Stan: Ik kan eerlijk zeggen dat het echt niet goed voelde en dat ik zou beloven om het nooit meer te doen.
Sylvia: Ik zou hem vertellen dat hij gebuisd is voor de test, maar dat ik blij was dat hij had geleerd dat spieken niet goed voelt en ook niet helpend is op lange termijn. Ik zou hem vragen om een plan te bedenken over wat hij de volgende keer kan doen om te slagen voor een test.
Stan: Ik zou mij nog steeds schuldig en beschaamd voelen over het spieken, maar ik zou de vriendelijkheid in combinatie met de vastberadenheid van de leerkracht (om mij toch het gevolg van mijn keuze om te spieken te laten ervaren, nl. gebuisd zijn) wel erg appreciëren. Nu begrijp ik wat dat betekent: vriendelijk én vastberaden tegelijk zijn.
Begeleider: Wat Stan ons hier leert is dat het heel effectief kan zijn om kinderen toe te staan het gevolg van hun keuze of actie te ervaren zonder extra consequenties aan vast te hangen. (Consequenties zijn eigenlijk vaak slecht gecamoufleerde straffen)
Preken geven brengt gewoon een gevoel van twijfel en schaamte met zich mee. Kinderen helpen om de gevolgen van hun keuzes te onderzoeken door middel van nieuwsgierigheidsvragen kan zeer zelfversterkend zijn, omdat dit kinderen helpt om voor zichzelf te denken en tot hun eigen conclusies te komen in een vriendelijke en ondersteunende sfeer.
Dus Stan, heb je nu enig idee hoe je met je toverstokje kan veranderen wat je ouders deden?
Stan: Het zou fijn geweest zijn als ze erkend hadden hoe schuldig en beschaamd ik mij voelde. Ze hadden zich kunnen inleven in wat een moeilijke les dat voor mij was om te leren. Dan hadden ze hun vertrouwen in mij kunnen uitspreken dat ik van mijn ervaring zou leren en in de toekomst het juiste zou doen. Ze konden me geruststellen dat ze van me zouden houden, wat er ook gebeurde, maar dat ze hoopten dat ik mezelf in de toekomst niet zou teleurstellen. Wow, wat een concept - me meer zorgen maken over mezelf teleurstellen dan mijn ouders. Ik vind dat heel bemoedigend.
Begeleider: Dank je wel, Stan. Je hebt zonet een aantal Positive Discipline concepten en tools vernoemd:
1. Positive Discipline betekent niet dat je je kinderen ‘laat wegkomen’ met hun gedrag.
2. Positive Discipline betekent kinderen helpen de gevolgen van hun keuzes onderzoeken op een ondersteunende en bemoedigende manier zodanig dat blijvende groei en leren kan plaatsvinden door gebruik te maken van de volgende tools:
Gevoelens bevestigen i.p.v. je kind uit te schelden of te redden
Nieuwsgierigheidsvragen gebruiken om kinderen de gevolgen van hun keuzes te helpen onderzoeken (hoe ze zich voelen, wat ze geleerd hebben, wat ze kunnen doen in het vervolg) in plaats van hen te beschamen door hen de les te lezen en hen te vertellen hoe ze zich moeten voelen, wat ze moeten leren en wat ze moeten doen.
Vertrouwen hebben in kinderen dat zij van hun fouten kunnen leren en dat ze kunnen uitzoeken wat zij in de toekomst moeten doen (als ze hiertoe aangemoedigd worden in een vriendelijke en ondersteunende sfeer)
Kinderen uitnodigen om een plan te bedenken (focus op oplossingen i.p.v. op boetedoening) om het probleem aan te pakken.
Onvoorwaardelijke liefde uitdrukken.
De meeste mensen zijn ‘goed’ terechtgekomen, zelfs als zij gestraft werden. Maar ze hadden misschien nog meer geleerd als ze zowel vriendelijk als vastberaden werden behandeld om effectief van fouten te leren en niet uit angst voor straf of vanuit de verwachting dat ze beloond worden voor ‘flink’ gedrag.
Goed terechtkomen is niet het probleem.
Ben je tevreden met ‘goed’, of wil je dat je kinderen het soort opvoeding krijgen dat hen helpt open te bloeien tot de heerlijke mensen die ze eigenlijk al zijn?
Je voedt het beste in je kinderen als je methodes voldoen aan de vijf criteria voor Positieve Discipline:
· Helpt het kinderen een gevoel van verbinding te krijgen? (Erbij horen en van belang zijn)
· Is het respectvol en bemoedigend? (Vriendelijk en vastberaden tegelijk)
· Is het effectief op lange termijn? (Straf werkt op korte termijn, maar heeft negatieve langetermijngevolgen)
· Leert het waardevolle vaardigheden voor het leven? (Respect, empathie, problemen oplossen, samenwerking)
· Nodigt het kinderen uit om te ontdekken hoe capabel ze zijn? (bemoedigt het constructieve gebruik van persoonlijke macht en autonomie)
Straf voldoet aan geen van deze criteria. De opvoedings- en onderwijstools van Positive Discipline wel.
Ben jij er tevreden mee dat je kinderen "gewoon oké" zijn, of heb je liever dat ze zich capabel voelen en aangemoedigd om de beste versie van zichzelf te worden dat het dichtste bij hun ware ik aanleunt?”
Denk er eens rustig over na.
De langetermijneffecten van straffen —bv. slaan, roepen, negeren, gunsten afnemen, onredelijk zijn —kunnen er als volgt uitzien:
Wrok (of verontwaardiging): Het kind beschouwt situaties en acties als oneerlijk en besluit dat volwassenen niet te vertrouwen zijn. Kinderen kunnen wrokkig en wantrouwig worden t.o.v. hun medemens en gaan uit verbinding: “Niemand is te vertrouwen. Ik doe het zelf wel.”
Opstandigheid: Het kind belandt in een eindeloze machtsstrijd met de ouders/zorgfiguren. (die dan klagen over het gedrag van hun kind zonder verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen aandeel: het geven van straf.) “Ik moet niet doen wat jij zegt of denkt. Ik doe net het tegenovergestelde van wat jij wil.”
Wraak: Het kind lijdt onder het idee dat het de liefde van de ouders blijkbaar niet echt waard is. Het iemand betaald zetten, iemand doen boeten … wordt dan het uitgangspunt. “Ik ga jou terugpakken en je pijn doen (en desnoods mezelf)."
Zich terugtrekken: Er zijn 2 manieren waarop zich dat kan uiten.
van anderen: Het kind kan stiekem gedrag stellen en ervoor zorgen dat het niet gepakt wordt. (bv. liegen, bedriegen, ergens vanonder muizen, andere kinderen de schuld geven van iets waarvoor ze niet verantwoordelijk zijn)
van zichzelf: Het kind wordt heel onzeker en besluit over zichzelf dat het niets waard is, niets goed kan doen. Het zelfvertrouwen keldert en de twijfel aan zichzelf groeit. Deze kinderen gehoorzamen om straf te vermijden en worden zo goedkeuringsjunkies die later moeilijk zonder de toestemming of goedkeuring van anderen kunnen functioneren, ze zijn bijzonder gevoelig voor de mening van anderen.
Die pedagogische tik, niet zo onschuldig dus
Af en toe een pandoering geven kan dus heel wat teweeg brengen bij kinderen en het is niet zo onschuldig als het lijkt.
De pedagogische tik en het systematisch mishandelen van kinderen heeft helaas dezelfde effecten op de breinontwikkeling, zo blijkt uit een heel recente studie van Harvard University. De krant De Morgen schreef er ook over.
Om nu even terug te koppelen naar wat Theo Francken zegt: hij beweert dat er ‘alvast niets is van blijven hangen’. Uiteraard geloof ik hem als hij dat zegt. Dat is hoe hij daarover denkt.
En toch. We hebben allemaal blinde vlekken: zaken die we van onszelf niet kunnen of willen zien en die anderen wél opmerken.
Als je kijkt naar zijn manier van communiceren — met gesproken woorden én op sociale media — dan kan ik mij niet van de indruk ontdoen dat daar redelijk wat agressie, spot en soms zelfs haat mee gepaard gaan. Zijn woorden zijn vaak hard, zonder veel nuance. Dan vraag ik mij af wat het doel daarvan is. Plaats je dit in de dramadriehoek van Karpman dan heb je te maken met een schoolvoorbeeld van de ‘aanklager’: iemand die - vaak onbewust - als doel heeft om anderen te raken, te beschadigen, om andere mensen te beschuldigen en zichzelf op die manier van elke vorm van verantwoordelijkheid ontslaat.
Ik heb er dus mijn twijfels bij, of er echt niets is van blijven hangen …
En zo gaat het volgens mij ook bij heel veel van ons.
De onzichtbare en ogenschijnlijk onschuldige sporen van straffen (en belonen) banen hun weg in ons systeem in onze kindertijd en zorgen ervoor dat we als volwassenen te kampen hebben met heel wat uitdagingen.
Het goede nieuws is: we kunnen altijd veranderen. ALTIJD.
Enige kanttekening: de bedoeling is niet om te veranderen in perfecte ouders die perfecte kinderen opvoeden.
Oh, hell no.
We blijven mensen en we zullen blijven fouten maken. Het gaat erom hoe je daarmee omgaat. Als je het verkeerd hebt aangepakt bij je kinderen, geen probleem: erken je fout, verontschuldig je en bied een oplossing uit jezelf aan.
Dus, wil jij samen met mij werken aan een emotioneel gezondere wereld?
Ik nodig je van ganser harte uit: om het roer om te gooien, samen te leren en te groeien, met je kinderen en met jezelf.
Nieuwsgierig?
Ik organiseer minstens twee keer per jaar een introductieworkshop en oudercursus Opvoeden en Opgroeien met Positive Discipline.
Schrijf je in op mijn nieuwsbrief als je op de hoogte wil blijven en mee wil genieten van herkenbare, uit het leven gegrepen verhalen, anekdotes, weetjes en inzichten rond het leven met en zonder kinderen.
Ik verwelkom je bijzonder graag!
#progressoverperfection #letsfailourselvesforward #foutenzijngeweldigeleerkansen #goedgenoegouderschap #childrenlearnbyexample #andguesswhattheirparentsdotoo
💌 Mijn coole nieuwsbrief ontvangen? Klik hier.
🤗 Zeer welgekomen in mijn besloten FB-groep Ouderschouders.
👍🏻 Volg en like mijn FB-pagina de volgende 1000 dagen.