Mild, wild en moedig ouderschap en onderwijs

View Original

Hulplijnen & rode knoppen

Vandaag had ik een zeer lastige dag. Ik voelde mij doodmoe en was tot weinig in staat. 
Alles wat in deze coronatijd al onder mijn huid kroop, kwam naar boven.

Ik postte deze morgen een bericht op mijn tijdlijn met deze blogpost van Kelly Deriemaecker en de raad om hulp te zoeken als je het zelf even niet meer ziet (zitten); als je zot wordt van de situatie, je gezin, het isolement, het teveel aan rollen en taken …

Want, het wordt ons rond de oren geslagen: praten helpt.

(Ik wist donders goed dat ik de raad ook aan mezelf gaf. Ik kon namelijk ook een luisterend oor gebruiken.)

Ik dacht: “Laat ik er maar meteen een aantal telefoonlijnen bij zetten, dat werkt misschien drempelverlagend.”
Ik ken de organisaties en kon snel de contactgegevens vinden.

Maar ik vroeg me af: “Iemand die dat niet weet, hoe makkelijk kan die aan de juiste nummers geraken?”

Mijn zoektocht naar een overzicht is op zich al het vermelden waard. Helaas, eigenlijk.
Op de website van de Vlaamse Overheid vond ik tussen de Coronamaatregelen onder het kopje ‘gezondheid en welzijn’ niets over psychische gezondheid.

NIETS.
Tekenend vind ik dat.

Ik zocht verder en tikte in de zoekbalk ‘help, het gaat niet’ in.
Eerste hit op Ecosia: ‘Chrome repareren als Chrome crasht’
Eerste hit op Google: ’13 dingen die mentaal sterke mensen niet doen’.

Tja.

Ik ging verder. Ik probeerde met ‘luisterend oor’.
Eerste hit: een hoopje foto’s van ‘luisterende oren’, daarna de website van hetluisterendoor.be. Ik klikte erop. In het groot een banner met de boodschap dat een gesprek vastleggen niet mogelijk is door corona. Ik scrolde verder in de lijst met de suggesties en vond dan de luisterlijn. Maar dat is Nederlands. En daar had ik geen zin in.

Ik werd er wat ambetant van. Hoe is het mogelijk, zeg? Welke woorden moet je intikken om op de gegevens van bv. tele-onthaal terecht te komen?
Iemand die in nood is en die het (eventjes) niet meer ziet zitten denkt niet na over de juiste formulering of de naam van de organisatie.

Ik deed dat nu wel en tikte vervolgens ‘hulplijnen psychische problemen’ in.
Hoewel ikzelf gewoon nood had aan een anoniem luisterend oor en geen noemenswaardige psychische problemen heb vond ik het toch wel frappant dat ik dit moest intikken voor ik het gewenste resultaat had.
Over dat woord ‘psychisch’ alleen al struikel je je toch te pletter. Laat staan dat je het moet schrijven.

Bon, ik kwam opnieuw op een pagina van de Vlaamse Overheid terecht: Hulp zoeken bij psychische problemen.
Ik vond een overzicht – al mag die volgens mij wel eens geüpdatet worden – en na wat scrollen en lezen vond ik de typische telefoonnummers van tele-onthaal (106), awel (102), de zelfmoordlijn (1813) en enkele doorverwijslinks.

Dat zoeken naar juiste ‘hulp’, redelijk confronterend, me dunkt. En ik wilde alleen maar beluisterd worden.
Na het posten van mijn bericht deze morgen dacht ik na over hoe groot de drempel voor mezelf is om te bellen naar 106. Ik moet eerlijk zeggen dat het idee mij toch wel tegenhield; ik had zo wat vooroordelen. Ik besloot de proef op de som te nemen. Wilde zelf ervaren hoe het voelde. En plots deed ik het. Ik tikte het nummer in.

Na een aantal tellen hoorde ik plots een stem. “Hallo?”

Ik weet niet wat mij overkwam. Ik kon niets zeggen en begon instant te huilen.
(Soms heb ik dat: het gevoel dat er vanalles gaande is binnenin, maar nog een zetje nodig hebben om het eruit te laten komen. Die “Hallo?” was dat zetje.)

Ik realiseerde mij dat het de anonimiteit was die mij deed ontladen. Die vrouw aan de andere kant van de lijn die er gewoon was. Ze zei haar naam niet, ik de mijne ook niet. Het gaf mij een soort van veiligheid. Heerlijk.

Dat gevoel was van zeer korte duur. Want het eerste wat ze tegen mij zei was: “Oei, zo’n groot verdriet?”
Alsof ik een klein kind was … Hop, ik werd meteen teruggekaatst naar mijn jeugd, een tijd waarin ik toch wel veel zinnen met soortgelijke ondertoon te horen kreeg. Voor mij zijn dat uitspraken die niet uitnodigen tot spreken, eerder tot zwijgen. Want er zit een oordeel in.
Als ik als kind zoiets hoorde besloot ik meteen dat ik zo snel mogelijk weer moest zien te lachen en vrolijk moest zijn. Dat werd nu eenmaal verwacht.
“Ge zijt zoveel schoner als ge lacht. Doe die traantjes maar rap weg, ze.”

(En even tussen twee heel belangrijke haken: dit is to-taal geen verwijt naar mijn ouders, mijn familie, mijn toenmalige juffen, meesters, leraren, leden van mijn ‘opvoedingsdorp’ of wie dan ook. Ieder spreekt of doet zoals hij/zij zelf heeft geleerd en dat is eigen aan tijd(sgeest) en eigen opvoeding, overtuigingen en context. No hard feelings whatsoever.)

Razendsnel gingen de gedachten door mijn hoofd. Mijn eerste reflex was om de telefoon toe te smijten. Ik besloot verder te praten. Ik was nu toch al aan de lijn en ik wou mezelf en het luisterend oor aan de andere kant nog een kans geven. Op zich is dat wel gelukt.
Maar het interessante is, dat besluit tot verder praten: het is – voor mij althans – een pure traumareactie. Want ik schoot in dezelfde kramp waarin ik al heel mijn leven schoot: flink zijn. Flink zijn, doen wat er van mij verwacht wordt en mensen een goed gevoel geven.
In dit geval: vertellen over wat er op mijn hart lag zodat ik de vrouw het gevoel kon geven dat ze een goede luisteraar was.

Ik wou écht dat ik kon zeggen dat ik blij was dat ik gebeld heb, dat ik het iedereen aanraad, puur voor het beluisterd worden op zich. Maar op dat punt ben ik niet de beste referentie, want het verdere verloop van het gesprek was zodanig gekleurd door die eerste woorden van de luisteraar. Mocht ze gewoon benoemd hebben wat ze hoorde: “Ik merk dat je weent, ik laat je even, doe maar.” – mijn gevoel zou helemaal anders geweest zijn.
Dit gesprek heeft mij op een dieper niveau wel wat gebracht: het legde een patroon bloot. Niet dat ik het nog niet wist. Het is alleen zot om er op die manier mee geconfronteerd te worden dat ik het meteen besefte. Ik zag het als het ware voor mijn ogen gebeuren. En in de loop van de dag werd ik nog een paar keer vriendelijk uitgenodigd om ermee aan slag te gaan. Het is duidelijk tijd om er iets mee te doen.

Nog werk aan de (luister)winkel.

Merci om te lezen, hé gastjes. Dat is eigenlijk ook een beetje luisteren.
Als een webinar in uitgesteld relais.

Some things got off my chest by writing this.
Zodus, bedankt.
En slaapwel, dat ook. Geeuw. Amai. x

Adinda — 13.05.2020