Mild, wild en moedig ouderschap en onderwijs

View Original

Waarom wilde je zo graag kindjes, mama?

Er is een nieuw kindje geboren in de familie.

We videobellen om het kleintje te bewonderen. We babbelen wat en eten koekjes en lekkernijtjes alsof we echt op bezoek zijn.
Plots gaat het gesprek over kinderen.
De kersverse mama zegt tegen mijn zoon (5): “Jij bent de oudste, hé?”
Waarop hij direct antwoordt: “Ja, ik ben het eerste échte kind.”
En dan tegen mij: “Maar ik ben eigenlijk niet de eerste, hé, mama? Er waren er nog 2 voor mij, toch?”

Mijn hart. Ik word helemaal warm vanbinnen.

We hadden het er een aantal weken geleden over. Ik vertelde het verhaal van de miskramen.
Dat ik twee keer was zwanger geweest vóór hij en zijn zus geboren waren.
Dat die zieltjes geen kindjes geworden zijn, maar wel in ons hart zitten.
Dat ik daar toen heel veel verdriet om heb gehad. Omdat ik zo graag wilde dat er kindjes in ons gezin zouden komen.

”Waarom wilde je zo graag kindjes, mama?”

Och, die vraag. Daar draaide mijn hele bestaansreden om. De zin van mijn leven.
Mijn geluk hing ervan af.
Ik dacht namelijk dat ik nooit gelukkig zou zijn mocht ik geen kinderen hebben.
Ik wist van jongs af aan dat ik mama wilde worden. Het liefste van al op jonge leeftijd, zo vooraan in de twintig.
Nadat ik mijn man ontmoette had ik er al ettelijke jaren verlangen op zitten. We werden een koppel, gingen na een jaar uiteen om dan toch weer voor elkaar te kiezen. Een jaar nadat ik gestopt was met de pil werd ik eindelijk zwanger.

En ik kreeg 2 miskramen. Ik viel in een groot zwart gat.

Na een kort en intens traject bij mijn toenmalige coach Barbele begreep ik wat ik mezelf al die jaren had ontnomen: de vreugde van het moment. Het leven dat al was. Míjn leven.
Ik legde een enorme druk op mijn toekomstige kind(eren): de voorwaarde voor mijn persoonlijk geluk.
Pas als jij er bent, kind, kan ik écht gelukkig zijn. Hmm. Een grote erfenis.

Ik had mezelf 10 jaar lang incompleet gevoeld. Puur door de overtuiging dat mijn leven niet geslaagd was als ik geen kinderen had. Dat ik maar een tweederangsburger zou zijn. Dat ik maar zou meetellen en van betekenis zijn als ik kinderen had.
Ik heb het in mijn jeugd genoeg gehoord: “Wacht maar tot je kinderen hebt. Och, als je kinderen hebt, zal je ‘t wel begrijpen.”
Wisten mijn ouders veel dat ik toén al een inlevingsvermogen had om u tegen te zeggen.

Na mijn 2 miskramen en de lege, intense, meest verdrietige periode die erop volgde, gooide ik het roer radicaal om. Ik wílde een kind niet opzadelen met een verwachting die het nooit zou kunnen inlossen.
Een EFT-oefening waarbij ik hardop moest zeggen: “ik waardeer mezelf en ik hou van mezelf” deed me inzien dat ik dat niet kon. Ik blokkeerde helemaal. En toen besefte ik voor het eerst dat ik mezelf niet graag zag. En dat dáár de sleutel lag.

Ik moest maar eens van mezelf gaan houden.

Lap, daar sta je dan, met je besef.
Doe maar, ze! Hou van jezelf.

Euh, en hoe doé je dat precies?
Tja. Stap voor stap zeker?

Beetje bij beetje kwam er in mijn hart meer ruimte vrij voor mezelf. Ik leerde veel, over mijn kritische stemmen, mijn overtuigingen, hoe ze ooit zo gegroeid zijn, over hoe je anders kan leren denken, over de connectie tussen denken en voelen, over het grotere geheel, over ladingen en overvolle rugzakken, over veerkracht, zelfvertrouwen, eigenwaarde, zelfcompassie.

Voor mij betekent zelfcompassie écht het begin van zelfaanvaarding en jezelf graag zien. Houden van jezelf heeft niets, maar dan ook niets, met zweverige wishywashy-ness of met egocentrisme te maken. We zijn collectief vervreemd van onszelf. In verbinding staan met ons eigen hart is nochtans de basis. Voor alles.
Wil je vrede in de wereld? Omarm dan de oorlogen in jezelf. Wil je liefde en geluk? Luister naar de agressie in jezelf. Wil je vertrouwen en balans voelen? Geef je eigen angst(en) een plek. Wil je dat je kinderen naar je luisteren? Luister eerst naar, juist ja, jezelf.

Deze riedel wil ik anders nog wel een paar keer afspelen mocht je dat graag willen. 😉

Vanuit systemisch oogpunt bekeken weet ik nu dat ik kinderen wilde omdat ik iets in balans wilde brengen in mijn familiesysteem. Dat heeft mijn laatste miskraam, nu zo’n klein half jaar geleden, mij duidelijk gemaakt. Alles in het leven is altijd in balans. Altijd. Alleen is het niet altijd duidelijk. Of aangenaam. Of evenredig verdeeld. Geen juist of fout. Wel veel of weinig. Geven en nemen. Plek of geen plek. Voor liefde. En agressie. Voor vertrouwen. En angst. Voor hoop. En moedeloosheid. Voor contentement. En bitterheid. Voor geluk. En diep verdriet. Voor trots. En schaamte. Voor de waarheid. En voor dat wat niet geweten mag zijn.

Op de vraag van mijn zoon waarom ik zo graag kindjes wilde heb ik uiteindelijk geantwoord:
”Omdat ik wilde leren hoe ik van mijzelf kon houden.”

En toen rolden uit zijn kindermond zowat de mooiste woorden die ik ooit gehoord heb:
“Nu kan je dat al, hé, want jij zegt dat soms: ik hou van mij”.

De krop in mijn keel zakte en verwarmde prompt mijn hele lijf met een immens gelukzalig gevoel.


Adinda — 21.12.2020