Mild, wild en moedig ouderschap en onderwijs

View Original

Zo verlaat je de speeltuin met je kind in peis en vree

Door Adinda Cocquyt — 22/04/2022


Bezorgt een uitje naar de speeltuin met je kind(eren) jou ook ergens altijd een zweem van stress?

I feel you!

Het volgende scenario komt jou misschien wel bekend voor:

Ik ga met de kinderen naar de speeltuin.
Ieder beleeft een leuke tijd.
Ik kan zelfs 10 minuutjes rustig op een bankje zitten, al lezend en genietend van mijn spelende pagadders.
Halleluja, zeg!
De buitenlucht doet deugd, zoveel is zeker.

En dan is het moment daar: de tijd van vertrek, gedaan met de pret en de toffe tijd samen.

Ik maak mij al op voor een golf van teleurstelling en gejammer.
Ik beloof in gedachten aan mijn kinderen en aan mezelf dat ik kalm en rustig zal blijven, mijn eigen gevoel van irritatie en schaamte opzij zou zetten zodat hun systeem rust kon vinden door co-regulatie met mij.
Hun grote emoties van teleurstelling en kwaadheid omdat we moeten vertrekken mogen er zijn; maar toch liefst niet té lang en niet té heftig.

Ideale ouder on a mission. 🦸🏻‍♀️

Soms lukt mij dat en soms ook helemaal niet.
(want euh, ik ben imperfect, net zoals jij.)

Doorgaans passen we de volgende stappen toe - ook te gebruiken bij het verlaten van een kinderfeestje, het zwembad, de kermis of gelijk welke activiteit die kinderen op dat moment liever willen verderzetten:

Voor de pret:

  1. Spreek van tevoren af met oudere kleuters en lagereschoolkinderen
    (Peuters en jonge kleuters zijn nog te jong om dit te begrijpen.)

    Voor je de kinderen bv. ‘loslaat’ in de speeltuin, zeg wat je gaat doen als het bijna tijd is.
    bv. “Ik ga jullie laten weten wanneer het bijna tijd is. Dan kan je zelf kiezen wat je nog wil doen.
    Wanneer het tijd is om te gaan, roep ik jullie samen en dan vertrekken we.”

    Als je hierin geoefend bent kan je op dit moment met je kinderen nog iets afspreken i.v.m. momenten waarop het vaak ‘fout’ loopt.
    bv. “Ik heb gemerkt dat ik me snel kwaad voel worden wanneer het tijd is en jullie treuzelen. Ik ga proberen om rustig te blijven.
    Wat gaan jullie proberen?”
    Als ze niet meteen met een antwoord komen kan je suggesties geven: zonder jammeren vertrekken, meteen komen als het tijd is, meteen stoppen wanneer iemand ‘stop’ zegt, enz.

    Belangrijk: hou je zelf aan de afspraak.
    Zo leren je kinderen dat jouw woorden oprecht zijn.

Na de pret:

  1. Gebruik een brugje: kondig aan dat je binnen X minuten vertrekt.
    Zeker als je op voorhand niets hebt afgesproken is ‘het brugje’ een goeie methode om je kind al voor te bereiden op het vertrek.
    Geef hen genoeg tijd om te wennen aan het idee dat ze hun eigen wensen opzij moeten zetten voor die van jou; jouw prioriteit is namelijk niet die van hen. Jij zit in een machtspositie, want jij bepaalt de tijd en dus ook hun doen en laten.
    Kinderen moeten altijd opnieuw de keuze maken of ze willen of kunnen vasthouden aan hun eigen grenzen en wensen of loyaal zijn aan jou en aan jouw wensen voldoen.

  2. Maak de tijd concreet.
    Zeker bij jonge kinderen is het nodig om 'tijd' te vertalen in hoeveel keer ze nog iets kunnen doen of wat precies ze nog kunnen afwerken. Als ze het gewoon zijn om met een time timer of zandloper te werken kan je op de klok tonen hoeveel tijd er nog is.
    Of je laat je kind de timer op je telefoon instellen en je zegt dat het nog 1 activiteit kan kiezen.
    Of je zegt hoeveel keer ze nog op de schommel / glijbaan ... kunnen of hun spel / tekening / knutselwerk / gamelevel ... mogen afwerken.

  3. Betrek hen.
    Geef beperkte keuzes. Zo krijgen ze een gevoel van autonomie en eigen keuze.
    Wil je nog 2 keer op de glijbaan of nog 1 lange keer op de schommel?
    Wil je nog 3 toertjes fietsen of 4?
    Gaan we al huppelend als een konijntje naar de auto of al kruipend als een slak?

  4. Behoud je grens en sta heftige emoties toe.
    Dit is 'the tricky moment'.
    Het moeten stoppen met iets wat je leuk vindt is gewoon niet tof, maar voor kinderen kan het voelen als het einde van de wereld. Ze moeten bovendien nog vaardigheden leren om met die grote emoties als teleurstelling om te gaan.

    Als je kind begint te huilen of te jammeren, geef hem/haar een knuffel en bevestig dat het lastig is om te stoppen met iets wat hij/zij leuk vindt.
    Laat een beetje ruimte en stilte voor je kind om het te verwerken.
    Leid dan je kind vriendelijk en vastberaden mee.
    Blijf liefdevol en kordaat je grens houden terwijl je kind huilt/jammert/klaagt.
    Berisp hem/haar er niet voor.

    Hoe meer je dit oefent, hoe makkelijker het wordt en hoe duidelijker voor je kind dat jij hem/haar geen liefde ontzegt wanneer het grote gevoelens heeft en dat jouw woorden geen loze woorden zijn.
    Je kind leert vanuit die ervaring dat hij/zij elke grote emotie - teleurstelling, boosheid, jaloezie, onrechtvaardigheid … - zelf kan doorleven en tot rust kan laten komen.

    Kom wel tussen als je kind begint te slaan, krabben, bijten of spullen kapot maakt.
    Lees hier meer over omgaan met lastige emoties bij je kind.

  5. Laat je innerlijke criticus maar razen en besluit om er niet naar te luisteren.
    Het is soms moeilijk om je kind zijn teleurstelling, woede, ergernis, verdriet etc. te laten tonen, ook als het schreeuwt en brult dat het een lieve lust is.
    En vooral: als er publiek bij is.
    Jouw innerlijke criticus begint misschien keihard te roepen:
    "Schaaaaaamtelijk! Wat gaan de mensen wel niet van jou denken? Ze gaan je te soft vinden, ze gaan denken dat je je kind verwent, dat je kind de boel in handen heeft, dat jij je laat manipuleren, dat kinderen van tegenwoordig denken dat ze alles mogen en de emotionele dictator mogen zijn. Slechte moeder/vader, jij. Je kan het niet aan, je kan je kind niet de baas.”
    Enzoverder enzovoort.

    Merk het op en zet de volumeknop uit.
    Hou vast aan de intentie die je hebt: een (h)echte band opbouwen met je kind, op empathische en vastberaden wijze, met respect voor hun grenzen én die van jou.

  6. Probeer weg te blijven van straffen en belonen.
    Dat is verleidelijk, want erg makkelijk op het moment zelf omdat je meestal direct resultaat ziet.
    Je kan met een strenge blik roepen: "ZENO! HIER, NU!" of een dreigement uiten: “Als je nu niet meekomt, dan krijg je vanavond geen … (wat ze maar willen)” of angst als voornaamste motivator gebruiken: “Mama is weg, hé. En ik ga niet op je wachten.”
    Of je kan je kind lokken met een ijsje of extra schermtijd om hem ‘flink’ te laten meekomen.

    Gegarandeerd krijg je sneller het gedrag dat je wil zien.
    Zeker weten.
    Met verbindend opvoeden probeer je systematisch straffen en belonen te vermijden omdat de langetermijneffecten daarvan enorme gevolgen kunnen hebben voor je kind zijn zelfvertrouwen, zelfbeeld, veerkracht, empathie en self-efficacy.
    Het draagt in elk geval niet bij tot meer zelfdiscipline. Wel integendeel.

    Kleine, maar belangrijke kanttekening: straf jezelf niet — een beetje meta, ik weet het — voor het feit dat het je niet lukt om zonder controletechnieken je kind te laten meewerken.
    Het zit in onze genen en vergt heel wat oefening om daarvan af te stappen en alternatieven te proberen.
    En soms moet je gemak boven leermoment kiezen.
    Zolang je je ervan bewust bent, vormt dat volgens mij geen probleem.

  7. Achteraf kan je het er nog eens over hebben met je kind. Zonder oordeel of kritiek kort bespreken en de gelegenheid geven om te delen: wat vond jij moeilijk, wat vond je kind moeilijk.
    Je kind leert heus wel genoeg van de situatie zelf.
    Het is niet nodig om na elk voorval een nabespreking of evaluatie of leermoment te houden.
    O boy, no.

Dus, de volgende keer dat zich een machtsstrijd dreigt voor te doen op een openbare plek, herinner jezelf eraan dat jij de volwassene bent en dat jij degene bent die het ‘strijdtoneel’ hoort te verlaten.
Zonder gedoe vertrekken zal misschien niet lukken, dat is ook niet de bedoeling.
Je kind heeft het recht om zijn/haar emoties over het vertrek te uiten, het is op dat moment vaardigheden aan het leren om daarmee om te gaan.
It’s an ongoing process.

Denk aan de relatie met je kind: je wil je kind geen pijn doen om over die moeilijke emotie - teleurstelling - heen te raken, je wil je kind helpen.
Veroordeel jezelf dus niet als het niet meteen lukt.
Communiceer over je eigen leerproces met je kinderen.
Zo kan je je kinderen laten zien dat jij niet perfect bent.

Niet simpel, maar wel doenbaar.
Oefening baart kunst.
En progress over perfection ook.


📷 foto thumbnail: Adinda Cocquyt
📄 tekst: Adinda Cocquyt
💌 Mijn nieuwsbrief ontvangen? Klik hier.
🤗 Zeer welgekomen in mijn besloten FB-groep Ouderschouders.
👉🏻Volg mijn FB-pagina De volgende 1000 dagen.