Collectieve overspanning
Door Adinda Cocquyt — 10.12.2020
“Frietjeeeeeeeees! Mama, ik wil frietjeeeeeeeeeees!”
”Oh! Jij vindt frietjes lekker, hé? Dat snap ik helemaal. Ik ook!
Vandaag niet, bolleke. Papa is al lekker aan ‘t koken. Ga maar eens kijken.”
”Neeeeeeeeee! Ik. Wil. Frietjes!” schreeuwt hij.
En plots barst de bom.
De emoties spatten ervan af bij de zoon.
De zus doet naarstig mee.
Boosheid en verdriet alom: ontlading van spanning en stress.
Ik blijf er rustig onder.
Al een geluk dat ik in de namiddag nog een dut had gedaan.
Zo kon ik zelf met kalmte en mijn vriendelijke aanwezigheid de hevige emoties van de kinderen ontvangen.
Ik baken af, laat ze razen, stel korte vragen, geef soms non-verbale tekens en blijf gewoon bij hen.
Met de intentie hun emoties te laten bestaan zonder ze te willen stoppen of op te lossen.
Het gebeurt vaker dan anders.
En dat is normaal.
Overprikkeling
We ervaren een collectieve overprikkeling door een steeds drukker wordende maatschappij waarin alles nog sneller, nog groter, nog mooier, nog spectaculairder moet zijn.
Overmatig schermgebruik, 24/7 bereikbaar zijn, sociale media, bliepjes van meldingen allerhande, het tempo en de jachtigheid waarin we leven, de vervagende grens tussen thuiswerk en thuis leven, de vele ‘moeten’s en ‘niet mogen’s, de druk die op allerlei gebieden toeneemt, latten die veel te hoog liggen … het leidt tot (chronische) spanning en stress waar ook kinderen veel meer last van lijken te hebben dan vroeger.
De wachtrijen voor psychische hulp liegen er niet om.
Bij volwassenen
Als er langdurig te veel van ons gevraagd wordt, dan raakt het zenuwstelsel overbelast en vindt er overprikkeling plaats.
Dat uit zich in veranderend gedrag:
prikkelbaarheid
concentratieverlies
storingen in emotieregulatie > je voelt meer onrust, kan jezelf minder snel tot rust brengen.
verlies van innerlijke evenwicht en zelfbeheersing > je reageert veel heftiger, meer vanuit vecht/vluchtrespons
algemeen gevoel van malaise > het voelt aan alsof je het niet meer aankan
psychologische uitputting > buitenproportionele vermoeidheid
Misschien is dit herkenbaar voor jou. Weet dan dat het niet jouw schuld is dat je je zo voelt.
Ik herhaal: het is niet jouw schuld. Het overkomt jou.
Wat je ermee doet is wél iets wat je zelf in handen kan nemen.
Bij kinderen
Het kan zijn dat overprikkeling bij kinderen zich manifesteert door meer woede-uitbarstingen of driftbuien of ze gaan zich vervelend, tegendraads, nors of vijandig opstellen.
In andere gevallen gaat een kind zich terugtrekken, stiller worden, zich afsluiten.
En net zoals bij volwassenen geldt: dit is niet hun schuld. Een kind heeft het lastig, het is niet lastig.
Eigenlijk verschilt het gedrag van kinderen niet heel erg van wat volwassenen voelen als ze overspannen zijn.
Alleen hebben volwassenen tijdens het opgroeien - soms met veel pijn en ongemak - geleerd om op een bepaalde manier om te gaan met lastige en moeilijke gevoelens.
Volwassenen zullen proberen om hun lastige gevoelens te kanaliseren: via een hobby, interactie met familie/vrienden/collega’s, sport, het werk …
Laat het net dát zijn wat in deze coronatijd zo moeilijk is: de verscheidenheid aan uitlaatkleppen is fel verminderd, waardoor we genoodzaakt zijn om zélf met die emoties om te gaan.
Dat is verdomd moeilijk.
Zeker als je nooit geleerd hebt hoe je dat precies doet.
Het kan ook zijn dat gevoelens worden ‘binnengehouden’.
We steken ze diep weg en doen alsof ze er niet zijn.
Dat kan zeker lukken.
Tot ze ons van binnenuit opvreten en plots toch de kop opsteken.
In elk geval: het is niet raar dat je hoofd soms ontploft. En niet 1 keer, maar veel.
Bij de liefsten die je ziet: je kinderen, je eventuele partner, je inner circle.
Emmer
Als onze eigen grenzen overschreden worden omdat onze ‘emmer vol zit’, dan hebben we veel minder - of zelfs geen - ruimte meer over om rustig en beheerst met het soms moeilijke gedrag van onze kinderen om te gaan.
Dan kan hun gedrag de druppel zijn die jouw emmer doet overlopen.
Je geduld is op, je vliegt uit, je roept.
En daarna heb je meteen spijt, want dat is ook niet wat je wil.
Heel menselijk allemaal.
Het overlopen van je emmer is niet de verantwoordelijkheid van die druppel.
Die kan daar niet aan doen, die valt gewoon.
Jij bent de verantwoordelijke van jouw emmer.
En ook voor het feit dat die volloopt en leeggemaakt wordt.
Dat leegmaken kan je zien als zelfzorg: je grenzen bewaken, je eigen behoeftes vervullen, je draagkracht in de gaten houden.
Boze buien
Breinconnectie begrijpen
(Jonge) kinderen voelen veel meer dan volwassenen, ze zijn nog ‘opener’, pikken meer op, ook van de volwassenen rond hen.
Dat komt omdat zij meer leven vanuit het emotionele brein.
Omdat het rationele brein - dat o.a. verantwoordelijk is voor redelijkheid, logisch nadenken, plannen en ordenen, impulsbeheersing en emotieregulatie - nog volop in ontwikkeling is is het voor (jonge) kinderen bijgevolg heel moeilijk om te begrijpen wat er aan de hand is als ze overspoeld worden door allerlei prikkels en gevoelens.
Gaandeweg leren ze daar mee omgaan.
Dat is simpel gezegd waar emotieregulatie over gaat.
Voor kinderen kan overprikkeling bijgevolg heel beangstigend aanvoelen omdat het zo overweldigend is.
Ze weten niet wat er gebeurt op het moment dat lastige gevoelens zich uiten in - voor ons - ambetant gedrag.
Ze begrijpen hun gedrag zelf niet, kunnen het niet uitleggen wat er aan de hand is.
Simpelweg omdat er op zo’n moment geen connectie meer is tussen het rationele brein - dat bij kinderen dus nog sterk in ontwikkeling is - en het emotionele brein.
Ze reageren op zo’n moment puur vanuit een vecht/vluchtrespons en/of vanuit hevige emoties.
Je kan je dus voorstellen dat reageren met een even heftige emotionele reactie van jou (boos zijn, uitvliegen, teleurstelling uiten) of een rationele reactie (bv. het herhalen of erin drammen van regels en afspraken) op zo’n moment jouw kind niet zal helpen om rustiger te worden en op die manier weer toegang te krijgen tot zijn rationele brein.
Hoe dan wel?
Stel je voor dat het allemaal even te veel is voor jou.
Je voelt je verschrikkelijk boos, opgefokt, gefrustreerd, verdrietig, bang.
Alles door elkaar.
Je gaat je hart luchten bij een vriendin en je begint met een half besnotterd gezicht nogal heftig en luid je verhaal te doen.
Die vriendin onderbreekt jou en zegt doodleuk:
“Zeg, dat overdreven gedrag van jou, dat pik ik niet.
Ga maar terug naar huis om af te koelen en denk maar eens goed na over hoe je tegen mij gedaan hebt.
Kom maar terug als je gekalmeerd bent.”
Hoe zou jij je voelen?
Wat zou je denken en besluiten over jezelf?
Stel jezelf eens de vraag:
Wat heb ik op zo’n moment nodig?
Hmm. Ja. Het. Is. Echt. Zo. Simpel.
Weinig woorden.
Een luisterend oor.
Zonder oordeel.
Een begripvolle blik.
Een liefdevolle knuffel.
Een aai over je bol.
Een veilige mens naast je.
Iemand die je laat voelen dat je ertoe doet, dat je van belang bent, dat er van je wordt gehouden om de persoon die je bent, los van het lastige gedrag dat je stelt.
En, je raadt het al:
Voor kinderen is het net zo.
BONUS
— Artikel 10/12/2020 - Radio1: wachtrijen in de psychische gezondheidszorg
— Zeerrr interessante en overzichtelijke lijst met instanties/organisaties die psychische hulp bieden (via noknok.be)
— OverKop
— Lijst van de Vlaamse Overheid met doorverwijzingen voor psychische hulp