Verbindend opvoeden
met respectvolle grenzen

(en zonder gigantisch schuldgevoel)

In mijn zoektocht naar de - voor mij - perfecte manier van opvoeden botste ik op nogal wat heilige huisjes:

  • vastgeroeste overtuigingen over de manier waarop kinderen iets horen te leren

  • belemmerende gedachten over verbinding, respect, gelijkwaardigheid

  • ideeën over discipline en veiligheid die totaal niet stroken met mijn intuïtie of visie

En toen maakte ik in 2019 kennis met Positive Discipline.

Euhm, Positive Discipline?
Dat klinkt precies wat Amerikaans? En ook een beetje fout misschien?

Positive Discipline is een gedachtegoed waarin gelijkwaardigheid en verbinding centraal staan.
Het werd ontwikkeld door dr. Jane Nelsen die zich baseerde op het holistische werk van de Weense psychiaters Alfred Adler en Rudolf Dreikurs.
Met haar 7 kinderen heeft Jane Nelsen de tools en strategieën die ze zelf heeft uitgewerkt perfect kunnen oefenen.
Perfect in de betekenis van: met falen en opstaan.

Wat willen we allemaal voor onze kinderen?

Dat ze iets leren.

Ongeacht de methode of strategieën die we hanteren.
Hoewel het woord discipline in het Nederlands eerder een strenge en autoritaire bijklank heeft, is dat in het Engels toch een tikkeltje anders.
Discipline (Eng) gaat over teaching: je kind iets leren.

Bij Positive Discipline draait het niet om je kind ‘een lesje leren’ of ‘terechtwijzen’.
Gelijkwaardigheid en verbinding staan centraal: het feit dat kinderen en volwassenen even veel respect verdienen en dat ze beiden op een positieve manier kunnen leren uit hun fouten, want fouten zijn geweldige kansen om te leren.

Positive Discipline is dus een manier om je relaties te versterken door vanuit verbinding met jezelf en de ander te leren uit je fouten. Zonder schuld, schaamte of pijn.

 

1. Zonder schuld.

Het gaat over de handeling die je doet en het negatieve oordeel dat daarover geveld wordt: “Ik heb iets doms gedaan.”
Bij wijze van spreken wordt daar “, sukkel” bij gedacht, wat een veroordeling van het zelf inhoudt.
Je kan ook zeggen: “Oeps, ik heb iets doms gedaan” zonder er de negatieve lading van ‘schuld’ op te gooien en jezelf voor de kop te slaan omdat je iets doms gedaan hebt.
Schuld gaat dus over de negatieve lading van de veroordeling over het gebeurde.
Schuld gaat over de intentie die je hebt om een ander schade te berokkenen.
Als je spreekt in termen van schuld, dan heeft dat als gevolg dat je ook moet ‘boeten’ om je fout recht te zetten.

  • “Je moest maar beter studeren.” of “Je had maar moeten luisteren.” (, sukkel)

  • “Tja, hoe zou dat nu komen?” (, sukkel)

  • “Ge moest u schamen.” (, sukkel)

  • “Hoeveel keer moet ik dat nog zeggen? Zijdegedoofofwa?” (, sukkel)

  • “Met u kan ik toch echt niets aanvangen.” of de ‘properder’ versie: ”Ik heb jou nochtans gezegd dat je niet op de vensterbank mocht kruipen. Maar ja, je wilde niet luisteren, hé. Het is je eigen schuld dat je nu pijn hebt.” (, sukkel)

 

2. Zonder schaamte.

Schaamte gaat niet over de handeling, maar over de persoon zelf die de negatieve eigenschap internaliseert en zichzelf ermee identificeert: “Ik ben dom.” “Ik ben een sukkel.”

Wanneer een kind overladen wordt met kritiek of andere schuld-en schaamte-inducerende uitspraken en houdingen zal het op de duur die kritiek internaliseren en zichzelf ‘slecht’ of ‘nooit goed genoeg’ vinden.
Dat wordt dan de innerlijke stem van het kind, dat nog ver in de volwassenheid de handelingen en gedragingen gaat sturen.

En wees gerust, we zitten er allemaal vol van, zonder dat we ons ervan bewust zijn.

 

3. Zonder pijn.

Schuld en schaamte zijn sowieso al zeer pijnlijke emoties.
Maar er bestaan nog pijnlijke manieren waarop aan kinderen iets geleerd wordt.

Straffen bijvoorbeeld.
Als een kind gestraft wordt voor niet-gewenst gedrag, dan moet het eigenlijk boete doen:
je kind moet pijn ervaren om te leren uit zijn fouten. 🤔

Alle interactievormen waarbij jij je macht laat gelden en de boodschap uitzendt:
“Ik ben de baas en jij hebt te doen wat ik zeg.” zijn eigenlijk vormen van straf.

bv. Je kind hardhandig aanpakken, roepen, je kind kwetsen door zijn/haar gevoelens te ontkennen, weg te duwen of te minimaliseren; dreigementen uiten, afnemen van zaken of privileges die je kind nauw aan het hart liggen, emotionele chantage, je kind in de hoek zetten of negeren (= je bestraft je kind door het jouw liefde en verbinding te ontzeggen), je kind corrigeren met het wijzend vingertje - letterlijk of in gedachten (= je straft je kind hier met een schuld-en/of schaamtegevoel) etc.

Belangrijk: dit betekent niet dat een kind geen pijn mag of kan ervaren, integendeel.
Het gaat over onnodig extra pijn toevoegen aan de ervaring van je kind, zodat het leert uit zijn/haar fouten.
Uiteraard heeft alles te maken met je intentie en de energie die rond je woorden en houding hangen.

 

Ow jong, die komt binnen.

Ik begrijp het.
Echt.

We zijn allemaal opgevoed met het idee dat er pijn, schuld of schaamte moet gebruikt worden als we iets te leren hebben.
Gebeurde dat niet in het gezin waarin je opgroeide, dan heb je misschien die ervaring meegemaakt op school, of ergens anders: bij grootouders, of familie, onthaalmoeder of crèche- of opvangbegeleiders …

Ik zou het in hoofdletters willen zeggen, maar dat komt zo schreeuwerig over, dus doe ik het niet. 😉
Maar toch:

Verwijt jezelf en je ouders/opvoeders dat niet.
Ieder doet en deed wat hij kan, met de kennis, inzichten en tools die op het moment zelf voorhanden zijn/waren.

We zijn mensen.
En mensen maken fouten.
Constant.
Ik ook.

Wat wel belangrijk is is het accepteren van de heftige gevoelens van angst, kwaadheid en verdriet die jijzelf hebt meegemaakt.
Dat mag - neen, moet zelfs - een plek krijgen.
Anders krijg je te maken met onderdrukte woede, wat een immense impact kan hebben op je leven en je relatie(s), ook met je kind(eren.

Werken op schuld - en schaamtegevoel

Het is helaas nog springlevend in onze maatschappij.
Er heerst zoveel ongelijkwaardigheid in onze ‘voor wat, hoort wat’ en ‘eigen schuld, dikke bult’-cultuur.
Onvoorwaardelijk vertrouwen - laat staan liefde - is ver te zoeken.

  • Je werkdoelen niet gehaald deze maand? > Geen bonus. (afnemen van gunsten = straf)

  • Je geeft geen borstvoeding? > Oei, dat is wel jammer. (inspelen op schuldgevoel)

  • Jij laat je kind wenen als het verdrietig of kwaad is? > Ik zou daar niet te veel spel van maken, ze. Korte metten mee maken! (schaamtegevoel ‘ik doe het duidelijk niet goed’ of ‘ik ben niet goed genoeg’)

  • Jij pakt je baby elke keer op als het weent? > Oooeeeh, pas op ze, je gaat ze verwennen. (schuld- en schaamtegevoel)

  • Jij bent vluchteling en je spreekt geen Nederlands? > Betalen voor een cursus Nederlands. (betalen voor integratie = straf)

  • Je behaalt als kind geen goede schoolresultaten? > Geen ticket voor Pukkelpop (afnemen van gunst = straf) of “Ik heb het je nog zo gezegd, maar ja, niet willen luisteren, hé” (schuld-en schaamtegevoel)

  • Je laat jouw kind niet vaccineren? > je kind wordt misschien gemeden en uitgesloten door klasgenoten, jij wordt als ouder verguisd en veroordeeld door andere ouders (straf, schuld en schaamte)

  • Je laat jouw kind vaccineren? > je kind wordt misschien gemeden en uitgesloten door klasgenoten, jij wordt als ouder verguisd en veroordeeld door andere ouders (straf, schuld en schaamte)

  • Jij hebt een bachelordiploma als leerkracht? > We betalen je heel jouw loopbaan maandelijks 150 euro netto minder dan collega’s met een masterdiploma. (straf en schaamtegevoel)

  • Jij bent een vrouw? > Ja, jammer. (op zoveel vlakken zijn vrouwen niet gelijkwaardig aan mannen, denk maar aan allerlei vormen van geweld tegen vrouwen, discriminatie in jobs, seksisme, #metoo …)
    En dan zijn we verbaasd dat we collectief met een “Ik ben niet goed genoeg”-schaamtegevoel van hier tot in Tokio zitten …

 

Stel je eens voor.

Hoe zou het zijn om je nooit meer schuldig te voelen over je ouderschap of als mens tout court?
Om nooit meer (diepe) schaamte te voelen?
Om je nooit meer klein, onbeduidend, niet goed genoeg of een total failure te voelen?

Dat doet Positive Discipline:

Onszelf liever laten zien.

Beetje bij beetje, met falen en opstaan.

Allemaal goed en wel, maar kinderen moeten toch leren dat bepaald gedrag echt niet kan?

Volmondig mee eens!
Alleen, er bestaan andere manieren.

Met straffen doe je je kind emotioneel en/of fysiek pijn, punt.
Straf wordt ervaren als een bedreiging voor het zenuwstelsel.
En wanneer je je bedreigd voelt sta je helemaal niet open om te leren.
Straf kan op lange termijn zorgen voor een disfunctioneel zenuwstelsel door een teveel aan onverwerkte stress of je zadelt je kind op met een schuld-en schaamtegevoel van jewelste die zijn/haar leven zullen sturen.

Straffen en belonen zijn puur op het gedrag gericht, leveren enkel op korte termijn resultaat en je maakt je kind afhankelijk van anderen hun oordeel.
Ze leren niet zelf denken of handelen vanuit intrinsieke motivatie, maar zullen enkel gewenst gedrag stellen uit angst, om jou tevreden te stellen of om van gedoe af te zijn, niet per se omdat ze inzien waarom precies hun gedrag eigenlijk niet kan.

Denk bijvoorbeeld aan het systeem van boetes.
Snelheidsduivels die een boete krijgen zullen die misschien wel betalen, maar de vraag is: wat leren ze daaruit?

Zullen ze geleerd hebben dat te snel rijden op die plek onveilig is en het anderen kan schaden?
Of zullen ze vooral geleerd hebben hoe ze hiermee andere vervelende consequenties kunnen vermijden, zoals rijbewijs afgenomen worden of nog grotere boetes betalen?
Je kan blijven straffen zonder dat de reden van verandering van gedrag wordt aangesproken.

En dat, beste ouder / opvoeder, is zoals water naar de zee dragen.
Vol-ko-men nutteloos.


Bedenk eens wat het jou oplevert om je kinderen vaardigheden aan te leren en waarden mee te geven

  • op een manier die hen innerlijk versterkt.
    Dat betekent: je kind bouwt zelfliefde, eigenwaarde, veerkracht en self-efficacy op (het geloof en vertrouwen in jezelf dat je met moeilijke situaties kan omgaan).

  • op een manier waarbij het bijsturen en aanpassen van gedrag gestuurd wordt door intrinsieke motivatie (=omdat ze het zélf willen) i.p.v. extrinsieke factoren als beloningen, betutteling, verwennerij of angst. (voor jouw reactie, voor straf, voor het ontzeggen van jouw liefde, voor het gevoel niet goed genoeg te zijn …)

Kinderen zijn nieuwsgierige wezens.

Dat betekent dat ze van alles willen uitproberen, hun zintuigen gebruiken om ervaringen op te doen, om bij te leren.
Van nature zijn we als mens zo geprogrammeerd: onze hersenbedrading is erop gericht om zoveel mogelijk te leren uit onze ervaringen en sociale contacten.
Vandaar dat vrij spel voor kinderen zo ontzettend belangrijk is als leermiddel.

Positive Discipline respecteert deze manier van natuurlijk leren.
Het gaat uit van de innerlijke wijsheid van het kind en vertrouwt op het aangeboren verlangen om te leren op een natuurlijke manier, op het tempo van het kind.

Je laat de ervaring bij je kind en je laat hem/haar zélf ontdekken hoe dingen anders of beter kunnen in de toekomst.

Je kinderen krijgen de kans om te leren - los van schuld, schaamte of pijn - door jou na te doen, door te mogen ervaren wat fouten zijn en hoe je daaruit conclusies kan trekken om dingen anders en beter aan te pakken. Het gaat over groeien en bloeien, over impliciet leren.

Ik geloof dat wij zelf als volwassenen veel te leren hebben van kinderen en dat we vanuit een gelijkwaardige relatie kinderen kunnen laten opgroeien tot verantwoordelijke, kritisch denkende, veerkrachtige, empathische, prachtige, zelfbewuste volwassenen.

 

Conclusie:

Opvoeden zonder straffen of bepamperen

  • is verbindend en mindful.

  • is positief en bemoedigend.

  • is respectvol voor ouder én voor kind

  • is vriendelijk én vastberaden, want stelt grenzen op verbindende en kordate wijze.

  • ziet fouten als geweldige leerkansen.

  • is gericht op oplossingen en samenwerking i.p.v. op boetedoening of door schuld-en schaamte-inductie.

  • is duurzaam. (= steeds met langetermijndoelen voor ogen)

  • is traumageïnformeerd. (= (ontwikkelings)trauma herkennen, hoe zich dat kan uiten en hoe je ermee kan omgaan)

  • is emotioneel en psychologisch veilig. (jezelf mogen uitdrukken, ook met je overweldigende gevoelens, zonder schrik te moeten hebben voor afwijzing, kritiek of om belachelijk gemaakt te worden)

  • vergroot het emotioneel bewustzijn. (= leren herkennen, erkennen, omgaan met en beheersen van alle emoties, ook - en vooral - de moeilijke of onaangename gevoelens als angst, kwaadheid, verdriet, teleurstelling, jaloezie etc.)

  • vergroot de emotionele intelligentie, waardoor meer zelfvertrouwen, empathie en veerkracht worden opgebouwd.

  • werkt mee aan het creëren van een geïntegreerd brein, en dus aan mentaal-emotioneel welbevinden.

  • heeft geen bal met verwennen of bepamperen te maken en is dus niet voor watjes. 🤜🏻🤛🏻

 

Verbindend opvoeden zonder straffen en belonen is eigenlijk een redelijk rebelse aangelegenheid.
Omdat het tegen nogal wat gevestigde waarden en normen en tonnen beperkende overtuigingen ingaat. (die niet meer passend zijn binnen onze maatschappij)

Ik help je maar al te graag in jouw zoektocht naar een stabieler en aangenamer gezins-/leefgroep- of klasleven zonder straffen of belonen.

 

Zin om ook je intuïtie te volgen en op een no-nonsense manier te leren hoe je verbindend kan opvoeden mét respect voor jouw grenzen én die van je kind(eren)?