Afgestemd afscheid aan de schoolpoort
Door Adinda Cocquyt — 28.08.2021
"Doe-hoei, papa/mama, tot vanavoooooond!"
klinkt het vaak vrolijk en enthousiast als we de kinderen afzetten op school of bij de stibo (kinderopvang) of een dagkamp.
In de zomervakantie zijn ze een paar weken naar de opvang geweest.
Ze kennen de plek, de kinderen, de begeleiders.
En toch.
Op dag 3 heeft de jongste (4 jaar op het moment van dit schrijven) het lastig bij het afscheid.
Ze loopt terug naar me toe en begint te huilen.
"Mama, nog niet weggaan."
Ze komt op mij komt afgerend en zegt snikkend - en duidelijk overstuur: "Ik wil graag nog een knuffel."
Dat is zo'n moment waarop ik als volwassene een hoop - vaak compleet tegenstrijdige - sensaties voel:
- nieuwsgierigheid (Oei, wat zou er zijn?)
- rust en vertrouwen (Die moeilijke dingen, wij twee, wij kunnen dat.)
- moed (Ook al lukt het totaal niet, toch doe ik wat ik kan om mijn dochter te helpen.)
- kracht (Ik ben de beste veilige plek voor haar)
- onrust en angst (Ik ga mijn kind toch niet huilend moeten achterlaten? Hopelijk lukt het om op tijd te kunnen vertrekken. Kan ik de vragende blikken van de begeleiders weerstaan? Zal ik om kunnen met die grote emoties - vooral die bij mijzelf? Heb ik vandaag de moed en de zachtheid voor mezelf om te falen ?)
Enfin. De hele rimram.
De emotionele stormen van onze kinderen kunnen zeer ongemakkelijk aanvoelen voor ons, en ons misschien ook wel triggeren en ons stress-systeem in gang zetten.
Maar weet je, het gaat niet over ons.
Het gaat over ons kind dat aan het worstelen is met grote emoties, dat nood heeft aan onze rustige aanwezigheid om zelf te kunnen kalmeren en die storm binnenin tot bedaren te brengen.
Projectiestress?
Ik besluit om mijn angst niet op haar te projecteren.
Ik reageer dus niet overbezorgd met: "Oei, wat is er?" of "Maar bolleke toch, wat is dat nu ineens?"
Ik sus niet. "Sssssjt, het is niets."
Ik ontken haar emotie niet. "Allez, schat, je moet nu toch niet wenen."
Ik kom niet af met rationele argumenten. "Je kent het hier toch al? Je zei daarnet nog dat je er zin in had. En het is tijd, hé. Ik moet gaan werken."
Ik geef geen grote uitleg of overstelp haar niet met mogelijke oplossingen om haar te 'redden'.
(iets wat ik vaak deed voor ik Positive Discipline leerde kennen)
"Maar molletje toch. De activiteiten beginnen om 9:00, en we zijn al een beetje laat, dus kom, we moeten ons haasten. Zal ik nog meegaan tot aan het lokaal? Zal ik aan de begeleiders zeggen dat je nog wat tijd nodig hebt om te bekomen? Of zal ik je knuffel uit de fietstas halen? Moet ik zeggen dat je mij mag bellen als je mij te erg mist? En blablabliblablabla?"
*insert breathing*
Wat ik nu als eerste doe is:
Proberen om er gewoon te 'zijn'.
Ik adem diep in en uit, herinner mezelf aan het feit dat het háár lastig gevoel is en niet dat van mij.
Zo kan ik mezelf naar een plek van kalmte en rust brengen zodat ik met onverdeelde aandacht en in volle verbinding met mijn dochter aanwezig kan zijn totdat haar storm overwaait. (= proces van coregulatie)
Ik kniel zodat ik op ooghoogte met haar kom, spreid mijn armen en neem haar vast, zonder een woord te zeggen.
"Ik wil niet naar de opvang", fluistert ze stamelend in mijn oor.
Zwijgend zeg ik met heel mijn lijf:
"Kom maar, hier ben je veilig."
Ze slaat haar armen stevig rond mij en ik wieg haar - nog steeds zwijgend - heen en weer.
Na een halve minuut voel ik haar 'zakken' en ik zeg zacht: "Het voelt lastig, hé?"
Met een betraand gezicht en de schattigste blik ooit knikt ze van ja.
Ik hou haar vast tot ze zelf loslaat.
Ze besluit ineens dat het genoeg is.
Ik zie dat ze nog steeds snikt, terwijl ze zich uit mijn armen wurmt en zich richting speelplek begeeft.
Ze huilt misschien nog wel, maar het is oké.
Ze is niet meer overstuur.
De overweldiging is weg.
Het is gewoon zij en haar gevoel nu.
En hop, daar gaat ze. Alleen.
Die dapperheid in haar lijfje, om te smelten.
We nailed it.
Ze draait zich om en - nog steeds nasnikkend en met een 'ik heb het moeilijk, maar het is oké'-blik - zwaait ze mij gedag.
Mijn hart, maat.
Ik glimlach breed, draai mij om, pak mijn fiets en begin zelf stil te huilen.
Van trots.
Van gemis.
Van pure,
overstromende,
allesomvattende,
onvoorwaardelijke
Liefde.
Maak je geen illusies
Dat is hier nu een schoon verhaal, maar dat lukt ons echt niet altijd.
Mijn kinderen en ik, we hebben al veel geoefend.
Met allerlei overgangen, veranderingen of onverwachte wijzigingen.
Met knuffelen tot het kind loslaat.
Met stapsgewijs de klas binnengaan.
Met hartjes op handpalmen en andere vormen van verbindende communicatie.
Met mezelf toestaan dat ik grote gevoelens ervaar wanneer mijn kind het moeilijk heeft.
Met mezelf graag zien en mijn faalmoed* te vergroten.
Met kalm blijven op momenten waarop ik zelf innerlijke stormen voel woeden.
Met doen wat ik voel dat goed is en daar kapot van zijn als dat niet kan.
(bv. wanneer mijn schreeuwende kleuter van 5,5 - die plots een enorme scheidingsangst had ontwikkeld - uit mijn handen getrokken wordt omdat het nu echt tijd is om de klas binnen te gaan.)
Een geval van grenzen aangeven
Ik heb het zelf vooral moeilijk om rustig te blijven als ik mij fysiek niet goed voel of als er druk meespeelt.
Druk die ik mezelf opleg, bv. 'Ik moet op tijd vertrekken anders ben ik te laat op het werk!' of druk van buitenaf, bv. omdat de juf wil beginnen met de praatronde, terwijl ik met mijn krijsende kleuter in de gang zit.
Op het eerste heb ik zelf invloed.
Ik kan de druk van binnenuit proberen te verlagen door
mild te zijn voor mezelf en anders te spreken tegen mezelf
voorbereid zijn op mogelijke meltdowns zonder er een angst voor te creëren
te denken in termen van ‘kunnen’: “Op welke manier kan ik voor mezelf de stress verlagen?”
“Wat kan ik zelf anders doen?”durven het gesprek aangaan met de juf over hoe ik het graag wil aanpakken en hoe dat te rijmen valt met de klaswerking
te blijven oefenen
Aan druk van buitenaf kan ik veel minder doen, behalve door vriendelijk en kordaat mijn grenzen aan te geven én ernaar te leven.
Still learning!
K-doowtje voor jou
Download hier mijn cheat sheet: Hoe geef je je kind een veilig gevoel aan de schoolpoort?
Zo.
Ik wens je tonnen moed om te durven falen en hopen zachtheid om jezelf mee te omarmen als 't efkes niet meer gaat.
Kusjes.
A.
*faalmoed = de kunst van het falen, uit het gelijknamige boek van Stine Jensen. Het boek wordt omschreven als een ode aan de mens die kwetsbaar en struikelend door het leven durft te gaan. 🙏🏼
P.S. In de aanloop naar 1 september zou het heel goed kunnen dat je kind(eren) de weken ervoor én erna last heeft van 'overgangsstress' — en jij misschien ook. 😉
Dat kan zich tonen in sneller moe en prikkelbaar zijn en daarbijhorend 'moeilijk gedrag': meer of intensere driftbuien en/of woedeuitbarstingen, 'zagen' om niets, hangerig zijn, dwars of tegendraads doen, 'zomaar' ambetant doen, moeilijker in slaap geraken ...
Probeer er met liefdevolle compassie naar te kijken.
Ze zíjn niet lastig, ze hébben het lastig. (en jij dus ook)
P.P.S. Speaking of which: wil je met deze uitdagingen leren omgaan op een verbindende, respectvolle én vastberaden manier, zonder zelf je teugels te verliezen? Je leert het in de Positive Discipline oudercursus.
Ben je of ken je iemand die hier deugd van zou hebben, bring 'm on, baby!
🤗 Zeer welgekomen in mijn besloten FB-groep Ouderschouders.
👍🏻 Geef mijn FB-pagina De volgende 1000 dagen een duimpje!
👀 Lees hier mijn blog 'Veilig terug naar school ' en ‘Na de eerste schooldag’.