Kinderruzies aanpakken like a pro
De kindjes komen thuis van school. Ik ontvang hun knuffels en blije gezichten met veel gretigheid.
Naast hun enthousiaste begroeting verwelkom ik ook de vermoeidheid en de ontlading van een bak fulltime schoolse flinkheid.
De twee kinderen hangen rond mij gekruld als streden ze om de diepste en innigste knuffel.
Nog geen 30 seconden later zit het er hem bovenarms op. Letterlijk dan.
Ruzie in de keet, want de opgerolde tekening die de jongste haar handen omklemt krijgt een ferme deuk door de zwierigheid waarmee de oudste zijn armen rond mij plooit.
En het was dan nog een tekening voor mama.
Dubbel probleem.
"Waaaaaaaah! Het is jouw schuld, broer! Jij hebt mijn tekening gekreukt!"
Ze begint te wenen.
"Neeeee, dat is niet waar! Mamaaaaa, dat is echt niet eerlijk! Zus zegt dat ik haar tekening gekreukt heb en dat is echt niet waar!"
Hij begint ook te wenen.
Hopla, in 3 seconden van versnelling 0 naar versnelling 6.
Of zoiets.
*zucht*
Ik voel mij heel moe en heb geen zin in dit soort drama. Ik had zelfs zin om even mee te doen.
Precies zelf wat nood aan een ontladingske hier en daar. 😬
Enfin. Het was tijd voor een beetje mummy magic.
Ik adem goed diep in en uit en neem me voor om empathisch te luisteren.
Dat betekent: luisteren om te begrijpen, niet om te reageren.
Dan ga ik gewoonlijk een beetje vissen: ik probeer erachter komen wat de reden is van hun verdriet/boosheid/angst en ik benoem dat. Zo krijgen ze het gevoel dat ze begrepen worden.
Ik hurk neer en kijk hen in de ogen. Ik zeg tegen de jongste: "Dat is niet leuk, hé, jouw tekening met een grote kreuk in?"
Ze knikt en snuift en schokschoudert al een beetje minder. (zo'n keischattig overacted optrekken van schouders en neus - zie je 't voor je?)
Dan draai ik mij om naar onze oudste en zeg: "Het is niet fijn, hé, als je de schuld krijgt van iets wat per ongeluk gebeurd is?"
Hij heeft het lastig. Er rollen stille tranen over zijn wangen. Ik merk zijn moeheid op.
Ze zijn alle twee plots veel rustiger.
Ik zeg tegen beiden: "Oké, mollekes. Dank je voor jullie heerlijke knuffel."
Ik hou hen nog even vast en spreek hen apart aan.
"Wil jij graag de tekening tonen die je maakte?
"Ja", zegt ze.
Nog voor ze het papier ontrolt verzeker ik haar: "Oké, van zodra ik naar je broer geluisterd heb, kijk ik er samen met jou naar."
Ik draai mij naar hem en vraag: "Wat heb jij nu nodig?"
"Ik wil graag even alleen zijn met tut en doek", besluit hij. Ik knipoog en geef hem er in gedachten nog een knoert van een knuffel bij. Hij zoekt de zetel op en ik bekijk de tekening met zijn zus.
Eh voila. Crisis afgewend. Like a pro.
Bon, dat laatste zeg ik hier nu precies gelijk de grootste stoefer ever, maar euh, wees gerust, wij hebben met ons gezin al heel wat oefenmomenten achter de kiezen die minder effectief of succesvol waren.
Maar dus, waar gaat dit over?
Hoe reageer je het beste op zeurende, wenende, ruziemakende kinderen?
Geen strenge toespraak. Geen gepreek. Geen gedreig. Geen gedram. Geen vergelijkende studie over wie wat al dan niet gedaan heeft. Geen straf. Geen focus op het drama of het vervelend gedrag. Geen “Jongens toch, stoptekeer met zagen."
Wat dan wel?
Empathisch luisteren, begripvol reageren, hun emoties erkennen, gericht zijn op het oplossen van het probleem, vertrouwen hebben in wat ze wél al kunnen. En dat kan op een minuut of twee. En zonder al te veel woorden.
Vragen als "Wat heb jij nu nodig?" of "Wil je graag getroost worden of heb je hulp nodig bij het oplossen van het probleem?" zijn bijzonder bemoedigend. Omdat ze je kind aanzetten na te denken voor zichzelf. Dat vergroot hun zelfvertrouwen, wat een positieve impact heeft op de veerkracht die ze aan het opbouwen zijn.
Enne, of course, jezelf niet voor de kop slaan als je het er even helemaal mee gehad hebt en je toch strenger of harder reageert dan je zou willen. Zo leren je kinderen dat jij ook je grenzen hebt.
Wil je nog andere bemoedigende strategieën leren kennen om met brussenruzies om te gaan?
Positive Discipline, baby!
Nog vragen/opmerkingen/suggesties? Je weet mij te vinden: hierzo.
Adinda — 25.02.2021