S(t)in(k)terklaas?
door Adinda Cocquyt — 05.12.2019
Begin november.
Menig Belgisch huisgezin maakt zich klaar voor de komst van De Grote Kindervriend uit Spanje (of was het Turkije?) die cadeautjes meebrengt voor groot en klein.
De schoentjes worden gepoetst, de oogjes fonkelen van verlangen en nieuwsgierigheid, de balans wordt opgemaakt - ben ik wel braaf genoeg geweest? -, de hartjes staan gespannen.
Als je 't zo bekijkt: niet echt iets mis mee.
En toch. Voor mij hangt er een geurtje aan de mythe rond de goedheilig man.
Impact
Ik ben het gewoonlijk helemaal oneens met wat filosoof Maarten Boudry schrijft, of toch zeker en vast met het discours dat hij hanteert.
In zijn tekst van 22/11/2019 'We springen te lichtzinnig om met de georganiseerde leugen rond Sinterklaas' heeft hij het over de Sinterklaasmythe en de psychologische impact die het kan hebben op kinderen.
Wel, ik voel de neiging om hem op bepaalde punten bij te treden.
Los van de belerende toon en het bombastische taalgebruik kan ik begrip opbrengen voor zijn boodschap.
Ik volg Boudry in het feit dat de kans bestaat dat we met zijn allen de gevolgen van de leugen rond het Sinterklaasgebeuren misschien wel onderschatten.
Ik heb mezelf al meermaals de vraag gesteld of we er wel goed aan doen om te 'liegen' tegen onze kinderen.
Mijn conclusie is dat het allemaal te maken heeft met je eigen ervaringen (ook als kind), met de invalshoek van waaruit je naar het leven kijkt, hoe je je als (groot)ouder verhoudt t.o.v. je kind en dat er geen eenduidig antwoord bestaat op de vraag: "Is het wel allemaal pedagogisch verantwoord?"
Bittere pil
Uit Boudry zijn tekst zou je kunnen begrijpen dat het ontdekken van het Sintverzinsel bij hem als kind misschien wel enige sporen heeft nagelaten. Of dat zo is weet ik niet. Hij schrijft:
"De meesten onder ons hebben ooit oprecht geloofd dat er een witbebaarde bisschop bestaat die elk jaar in het holst van de nacht cadeautjes uitdeelt aan kinderen.
Maar vroeg of laat – in mijn geval eerder laat dan vroeg – zijn we erachter gekomen dat het allemaal een verzinsel was.
Nu heb ik zelf geen kinderen, maar ik ben er wel ooit één geweest, en om eerlijk te zijn:
ik vind dat we nogal lichtzinnig omspringen met die georganiseerde leugen.
Kinderen worden jaar op jaar bedrogen en voorgelogen door zowat iedereen die ze vertrouwen.
Hun lichtgelovigheid wordt schaamteloos uitgebuit, hun kritische vragen worden met smoesjes afgewimpeld en met valse ‘bewijzen’, zoals half aangevreten wortels en verdwenen suikerklontjes.
Kosten noch moeite worden gespaard om de jaarlijkse intocht te ensceneren, om het allemaal levensecht te doen lijken.
Wat veel mensen onderschatten, is dat de Grote Onthulling bij sommige kinderen een bittere pil is om te slikken.
Niet alleen omdat de wereld onttoverd wordt, maar ook omdat het vertrouwen in grote mensen beschadigd wordt."
Wat mij meteen opvalt is de toon die hij gebruikt.
Nogal scherp en veroordelend.
Maar wat ik ook hoor zijn de woorden van iemand die zich kan voorstellen dat je als kind veel last kan ondervinden van de gevolgen van deze - ogenschijnlijk - onschuldige traditie.
Wel, ik kan mij 100% vinden in deze bezorgdheid.
Ik ben namelijk één van die kinderen bij wie de Sinterklaasonthulling zeer bepalend is geweest voor het verdere leven.
En niet in positieve zin.
Niets magie van de verwondering.
1. Ten eerste werd er - op school, thuis, bij familie - met nogal wat 'schuld en boete'-invloeden over Sinterklaas gepraat:
"Pas op, want de Sint ziet je, hé. Hij weet alles van jou. Als je flink je best doet, dan ..."
Ik was heel ontvankelijk voor zulke uitspraken.
Een beetje 'God ziet u'-gewijs werd ik eigenlijk bang gemaakt voor Sinterklaas.
Het besef van het 'bestaan' van De Sint betekende voor een gevoelig en empathisch kind als ik een bevestiging voor het vertonen van sociaal wenselijk gedrag.
Doe maar flink en braaf, dan krijg je pluimen en chocolaatjes en cadeautjes.
Zeer voorwaardelijk allemaal.
Ik leerde al van heel jonge leeftijd om mij te plooien naar de wensen en verlangens van een ander.
2. Ten tweede ben ik op een vrij lompe manier van de wolk der mythische magie gedonderd toen ik te weten kwam dat Sinterklaas niet bestond.
Ik was er niet klaar voor om de waarheid op die manier te ontvangen.
In het derde leerjaar vroeg de meester aan de hele klas wie er nog in de Sint geloofde.
Gegniffel en gelach volgde.
Ik voelde heel snel aan dat ik mijn vinger beter niet in de lucht stak, zeker toen ik merkte dat niemand anders dat deed.
Ik zweeg en bloosde allicht een beetje in de verte, blij dat ik achteraan in de klas zat.
Die vraag. Dat was er compleet over.
Op dat eigenste moment legde mijn brein razendsnel een aantal niet mis te verstane linken:
volwassenen nemen je niet serieus en zijn niet te vertrouwen
liegen is oké
uitkomen voor je waar je in gelooft (en in het verlengde daarvan: uitkomen voor wie je bent) is niet veilig, want dan word je uitgelachen.
Het waren de fundamenten voor mijn latere problemen op het vlak van (zelf)vertrouwen, eigenwaarde, serieus genomen worden, autonomie, initiatief nemen.
Het ergste van al was: ik had die meester graag, ik vond hem een goede leerkracht, iemand die rekening hield met iedereen.
En hij was nog grappig ook.
Maar op dat moment in de klas is er iets geknakt in mij.
Mijn vertrouwen in hem smolt als (sneeuw voor de zon) de ijskappen op de polen.
Ik herinner mij de dag nog als gisteren.
Op een bankje op de speelplaats hadden we het er nog over.
Mijn vriendinnetjes gaven allerlei hints in de hoop dat ik mijn kritisch brein zou aanspreken en de magische wereld van verbeelding en fantasie zou verlaten zodat ik zelf tot het antwoord kwam op de vraag: "Wie is Sinterklaas?"
Ik maar gokken en doen alsof ik het wel wist maar gewoon een spelletje speelde.
Ik voelde mij zo dwaas. Zo naïef, zo ongelooflijk belachelijk.
Want ik wist het antwoord niet.
Ik geloofde klaarblijkelijk in iemand van wie iedereen al wist dat hij niet bestond.
3. Ten derde werd ik na De Ontdekking overspoeld door allerlei grote gevoelens.
Thuis werd ik op een bepaald moment apart genomen - ik ben de oudste van 5 kinderen - en toen werd mij het geheim verteld dat het mijn ouders waren - en niet een of andere man die al 900 jaar dood is - die ons al die jaren van cadeautjes hadden voorzien.
Ik werd heen en weer geslingerd tussen verschillende heftige emoties: een enorme kwaadheid naar mijn ouders en iedereen rond mij die de leugen instandhield, want zij hadden mij in de maling genomen en me al die jaren iets voorgelogen; trots, want ik was het eerste kind van ons gezin die wist hoe de vork in de steel zat; opluchting, want er was nu toch een schuldfactor minder waarmee ik rekening moest houden; verdriet, want de magie was weg; schaamte omdat ik al die tijd zo goedgelovig was geweest; en ontzettend veel dankbaarheid, want mijn ouders hadden het niet breed en ze deden al het mogelijke om ons zoveel te geven.
Ik denk dat ik als kind niet duidelijk heb gemaakt aan mijn ouders hoezeer ik door al die gevoelens overdonderd werd.
De woordenschat had ik er in elk geval niet voor.
Het zou mij niet verwonderen mocht ik zelf de schijn hebben opgehouden dat er geen vuiltje aan de lucht was.
4. Ten vierde denk ik dat de cocktail van mijn persoonlijkheid, mijn opvoeding, mijn plaats in het gezin en mijn hoogsensitiviteit ervoor heeft gezorgd dat de Sinterklaasonthulling bij mij toch een flink trauma heeft veroorzaakt.
Heel veel van mijn (reactie)patronen, overtuigingen en gewoontes als opgroeiende tiener en later als volwassene kan ik terugkoppelen aan De Ontdekking.
Kleine kanttekening: ik werp geen enkele steen naar mijn opvoeders van vroeger; ieder deed immers wat hem/haar het beste leek, vanuit zijn/haar eigen referentiekader.
Hoe dan wel?
Dat het om één grote georganiseerde leugen gaat zoals Maarten Boudry schrijft, vind ik sterk uitgedrukt.
Ik denk niet dat we doelbewust met z'n allen onze kinderen een psychologisch lesje willen leren.
Wat hij volgens mij bedoelt is dat we eigenlijk in deze maatschappij als ouder bijna verplicht zijn om mee te doen met het hele gebeuren. Je kan er maar moeilijk onderuit.
Tenzij je koudweg meedeelt aan je twee- of driejarige dat Sinterklaas een onnozel verzinsel is waar de commerce op gevlogen is.
Je wil als ouder de magie van het geloof en het schone van fantasie, twijfel en verwondering toch niet compleet de grond inboren?
Anderzijds wil ik niet dat mijn kinderen angst ervaren bij de figuren van Sinterklaas en de pieten.
Mijn hart kromp ineen toen mijn tweejarige plots bevestiging zocht: "(ik moet) Niet bang zijn, hé, mama?"
Ik wíl hen niet moeten wapenen tegen een angstgevoel dat er eigenlijk niet hoeft te zijn.
Nochtans, laat ons eerlijk zijn, de figuren van de sint en de pieten zijn redelijk intimiderend.
Ze boezemen niet echt vertrouwen in, zoals pakweg een knuffelbeer, de katjes van Gaby’s poppenhuis, of de helden van Paw Patrol.
Wat volgens mij cruciaal is is de manier waarop je als ouder / leerkracht / voogd / kinderbegeleider oog hebt voor de signalen van het kind en voor eventuele zorg achteraf.
Tips op een rijtje:
Als je het moeilijk hebt met het liegen kan je je bedenken:
Je liegt als ouder niet per se, je gaat mee in de fantasiewereld van je kind, je deint mee op de golven van een collectief en maatschappelijk fenomeen.
Deze vind ik een moeilijke omdat ik wel degelijk het gevoel heb te liegen tegen mijn kinderen.
Het ligt gevoelig, dat is duidelijk. 😊Ga op zoek naar andere manieren om de magie nieuw leven in te blazen, om betekenis te geven aan het bestaan van de figuur Sinterklaas en de gebruiken die ermee gepaard gaan.
Meer lezen?
👀 Als je liever niet wil liegen: alternatieven voor het traditionele Sinterklaasfeest.Als een kind iets zegt in de trant van “Sinterklaas is niet echt, hé?” kan het nuttig zijn de vraag terug te koppelen om erachter te komen waarom ze dat denken.
Luister vooral goed, want het kan zijn dat ze nog niet klaar zijn om de volledige waarheid te horen.
Je kan bv. een wedervraag stellen: "Wat denk jij ervan?" of "Wat wil jij graag geloven?"
Als ze ouder zijn en kritischer kunnen nadenken zullen ze je gewoon zéggen dat Sinterklaas niet echt is, vooral wanneer hun leeftijdsgenoten dat beweren.
Dit zijn goede indicatoren dat ze klaar zijn om de waarheid te horen.Als ze klaar zijn om de waarheid te ontdekken, wees dan eerlijk, geef uitleg en bereid je voor op mogelijk grote emoties, ook als die zich in eerste instantie niet laten zien.
Maak je kind duidelijk dat dit helemaal oké is.Meer lezen?
👀 Wanneer het tijd is om je kind het ware sintverhaal te vertellen.Probeer je kinderen niet te sturen om op een bepaalde manier te reageren.
Jouw rol als ouder is niet om de emoties van je kind te sturen, of ze nu positief of negatief zijn.
Het is jouw rol om een veilige, liefdevolle en validerende omgeving te creëren.
Zorg ervoor dat de focus ligt op eerlijkheid, verbinding en medeleven.
Dat zal ervoor zorgen dat het gesprek voor beiden goed voelt.
Je kan ook een brief schrijven of jouw gesprek met je kind hierop baseren.Meer lezen?
👀 Hoe help je je kind met teleurstelling?Heb oog voor de extra spanning die het hele sintgebeuren met zich kan meebrengen.
Zeker kinderen met een neuro-atypisch brein kunnen deze periode van veel drukte, veel onzekerheid, en veel onvoorspelbaarheid als heel stresserend en overweldigend ervaren.Meer lezen?
👀 Hoe reageer je op de Sinterklaas-stress van je kind?
Bottomline: ken je kind, kijk en luister goed en spring in wanneer dat nodig is.
Zorg voor verbinding en doe waar jij je goed bij voelt.
Durf de traditie in vraag stellen.
En dan nog dit
Bart Peeters heeft voor mij de magie van Sinterklaas op een heerlijke manier vertolkt in zijn lied Kniktiklaas.
Zo schoon. Het raakt mij nog steeds.
Omdat hij erin slaagt het spannende gevoel van uitkijken naar en dromen van de figuur Sinterklaas vorm te geven zonder de focus te leggen op het voorwaardelijke aspect van goed gedrag dat nodig is om aandacht en cadeautjes te krijgen.
Helemaal zoals ik het als kind had gewild.
💌 Mijn inspiratiebrief ontvangen? Die wil je niet missen!
🤗 Zeer welgekomen in mijn besloten FB-groep Ouderschouders.
👍🏻 Volg en like mijn FB-pagina de volgende 1000 dagen.