Terrible two?
door Adinda Cocquyt — 31.10.2019
Eigen wil is wet
Onze jongste is in de voorbije zomervakantie 2 jaar geworden.
Het is een mevrouwtje met een heuse eigen wil. Ze maakte ongelooflijke sprongen vooruit: haar woordenschat is snel uitgebreid, ze kon ineens tellen – geheel op eigen wijze uiteraard – , ze gebruikt nu drie- en meerwoordzinnen, ze laat meer en vooral luider merken wanneer ze niet akkoord gaat – dat laatste categoriseer ik trouwens graag onder de noemer ‘bokkensprongetjes’, ze wil net als de andere gezinsleden op het toilet gaan zitten om pipi te doen, soms gebeuren de dingen niet meer (alleen) op mijn manier maar op haar manier, zinnetjes als “Nee, mama!”, “Nielekkervind!”, “Doedanie!” en “Zelf doen!” werden vlotjes aan haar taalarsenaal toegevoegd en vormen de kern van deze nieuwe fase …
Ik heb dat graag. En toch vind ik het soms aartsmoeilijk om met deze kwaliteiten om te gaan. Het gebeurt heel vaak dat we een wil-clash meemaken. Dan wil ik – net als zij – mijn eigen mevrouwtjeswil doordrijven.
En dan verval ik al eens in een aantal gedragingen die ik niet tof vind van mezelf: mijn stem verheffen, mijn brullende peuter onder lichte dwang forceren om toch te doen wat ik wil dat ze doet, zelf beginnen blèten omdat het mij te veel wordt, boos worden, mijn frustratie uitwerken op dat klein mormel van wie ik zo houd en ga zo maar lekker door.
Spiegeltje spiegeltje
Als ik erover spreek met anderen krijg ik vaak te horen dat de terrible two’s gearriveerd zijn. En dat we ons maar best schrap zetten.
Oké, het is een hele uitdaging om met bepaald gedrag van mijn kinderen om te gaan en ik durf zeker eens te vloeken bij het niet slagen in mijn opzet hier of daar, maar ik beschouw moeilijk(er) gedrag van mijn tweejarige niet als iets verschrikkelijks.
Ik zie het eerder als een cadeau dat ik krijg. Mijn kinderen tonen mij in hun gedrag dat ze echte mensen zijn – geen volwassenen, gewoon mensen. Nog klein, dat is waar. Maar alles zit al in hen. Ze moeten alleen de ruimte krijgen om te groeien.
Meneer Man en ik zijn degenen bij wie ze hun grenzen veilig moeten kunnen aftasten, er al eens overgaan om dan weer even veilig terug te keren en een balans te vinden. En wij, de volwassenen, doen gretig mee. Met het aftasten, erover gaan en terugkeren. Want dat maakt volgens mij die groeifases van onze kinderen af en toe zo ongelooflijk lastig en stresserend: we zijn genoodzaakt om als ouder zelf te groeien, onze eigen grenzen op te zoeken en er hier en daar eens eentje te verleggen. Ik kijk als het ware naar mezelf als ik mijn zoon en dochter bezig zie. Een grotere spiegel is er niet. De vraag is alleen of ik erin wíl kijken.
Voor 85% van de tijd eigenlijk wel. Want hoe fantastisch is het om te zien hoeveel de kinderen en wij leren.
We leren onszelf uit te drukken, een plek toe te eigenen. We leren onze behoeftes te verwoorden, onze stem te gebruiken, in dialoog te gaan. We leren voor onszelf te kiezen zonder de ander uit het oog te verliezen, we leren tegen de lamp te lopen en naar de andere kant op te kijken, we leren ons blikveld te verruimen, onze werkelijkheid te vergroten.
Dit allemaal binnen een speelruimte die groot genoeg is en tegelijk veilig afgebakend voor ons alle 4. En zoals steeds nemen we er de blutsen en de builen onderweg bij.
Door de omgang met mijn kinderen besef ik steeds meer dat systematisch gedwongen worden niet het meest geschikte format is om te groeien.
Du-uh – wie vindt van wel, eigenlijk?
Het zou mij dus niet verbazen mocht ik in de ogen van mijn kinderen af en toe ook eens terrible too zijn.
💌 Mijn coole nieuwsbrief ontvangen? Klik hier.
🤗 Zeer welgekomen in mijn besloten FB-groep Ouderschouders.
👍🏻 Volg mijn FB-pagina https://www.facebook.com/devolgende1000dagen